Zondag 18 april 2021 | Micha 4 en Johannes 21

Preek op zondagmorgen 18 april 2021, in de Grote Kerk te Nieuwleusen, 10.15 uur

Micha 4:1-5
Johannes 21:18-19

Gemeente van onze Heer Jezus Christus,

Misschien deden de woorden van Micha u wel denken aan een andere profeet: Jesaja.
Dan klopt dat, want Jesaja deed een precies eendere profetie (Jesaja 2):
over het laatste der dagen, waar de zwaarden tot ploegscharen gesmeed zullen worden.

Voordat we naar deze profetie zelf gaan luisteren, daarom eerst even de vraag:
hoe zit dat precies, als twee profeten precies dezelfde profetie doorgeven?
Jesaja en Micha waren tijdgenoten,
beide levend in de 8e eeuw voor Christus.

Jesaja een echt stadsmens, vertrouwd met de stad Jeruzalem en de kringen van het hof.
Micha meer een plattelander, afkomstig uit het kleine stadje Moreshet op het platteland.
Maar, ook al was hij plattelander, toch ook profeterend te Jeruzalem.
Sommigen vermoeden dat Micha een leerling van Jesaja was.

Maar hoe het ook zit: beiden komen met dezelfde profetie.
Is het de leerling (Micha) die de woorden van de meester (Jesaja) herhaalt?
Of hebben beiden (en dat wordt ook wel vermoed in de Joodse traditie) de profetie onafhankelijk van elkaar gekregen?
Een teken dat het dubbel en dwars de moeite waard is naar deze belofte van Godswege te luisteren,
Net zoals een zaak op twee getuigen vaststaat?

Hoe dan ook, het feit dát deze profetie tweemaal tot ons komt in de Schrift,
laat zien dat het meer dan de moeite waard is om goed te luisteren naar deze woorden.

Waar gaat het over?

Ooit, in het laatste der dagen,
zal het huis Gods, de tempel, op een hoge berg staan in Jeruzalem.
En alle volken zullen daarheen stromen;
zo staat het er:

De berg van het huis des Heren zal de hoogste zijn van álle heuvels, en:

volkeren zullen daarheen stromen (vers 1)

In het Hebreeuws wordt het woord gebruikt voor het water van een rivier.
En dat stroomt, zoals wij allemaal weten in onze Lage Landen, van hoog naar laag.
De Vecht vervoert vanuit Duitsland het regenwater naar het lager gelegen Zwarte Water.

Het verval is zelfs zo groot, dat er een paar stuwen zijn gemaakt, waaronder die vlakbij ons, bij Vilsteren bijvoorbeeld.

Deze foto is genomen vanaf de stuw bij Vilsteren:

Een prachtig gezicht; tegelijk wel de normaalste zaak van de wereld, water dat van hoog naar laag stroomt.

Maar juist in dit licht is de tekst van Micha zo bijzonder.
Want dat staat daar?

Dat de volkeren als water naar het huis van God op de berg zullen stromen…!

Dat gaat eigenlijk tegen alles in, water dat uit zichzelf omhoog stroomt, dat bestaat niet,
of er moet een pomp achter zitten of zo, dat het water de berg als het ware ópstroomt.

Net zo kun je zeggen: dat de volken uit eigen wil God opzoeken,
die berg van Hem ópstromen, dat gebeurt ook niet vanzelf,
of er moet iets heel bijzonders aan de hand zijn.

Daar willen we eens nader naar kijken.
Want nogmaals, dat alle mensen uit eigen wil God opzoeken, dat lijkt niet logisch.
Want dat ze Hem opzoeken, betekent, zo zegt Micha, dat ze Hem ook willen gehoorzamen.

Dat ze zijn wil willen leren en doen.
En dat doen wij mensen lang niet altijd uit onszelf.
Wij richten ons vaak veel liever ook op dingen die in ons eigen belang zijn,
die in ons eigen straatje passen.
Dat is vaak, bewust of onbewust, een drijfveer die minstens zo sterk is, als onze wil om Góds wil te zoeken.

En wat al helemaal onlogisch lijkt is dit:
dat de volkeren spontaan besluiten om afstand te doen van hun wápens.
Want dat zal het uiteindelijke gevolg zijn, zegt Micha,
als de volkeren de berg van God opstromen,
wat op zichzelf al zo tegennatuurlijk is,
dan zullen ze ook nog eens besluiten om hun zwaarden om te smeden tot ploegscharen.
Als er íets is wat tégen de natuur van de mens gaat dan is het wel dit,
om je wapens (en daarmee je gevoel van veiligheid) in te leveren.

Wapens, ze horen er vanaf het begin van de mensheid helaas al bij.
Blijkbaar is het altijd al nodig geweest om jezelf te kunnen beschermen.
En werden wapens nodig geacht. Blijkbaar was er geen onderling vertrouwen.
En waren er ook mensen met verkeerde bedoelingen, tegen wie je je moest beschermen.
En misschien waren of zijn wij ook zelf mensen, die weer een bedreiging vormen voor anderen.

Ik ben het nog eens nagegaan, het oudste menselijke wapen in de prehistorie was waarschijnlijk de houten knots.

We kennen het verhaal, kort daarna kwamen de stenen wapens, later de ijzeren zwaarden en speren, het buskruit werd uitgevonden en inmiddels leven wij in het high-tech wapentijdperk.
Met als ultieme dreiging de kernwapens.
Zoals bijvoorbeeld deze gruwelijke atoombom, die in één klap een gebied ter grootte van Frankrijk van de kaart kan vagen, en de ‘toepasselijke’ naam Satan 2 draagt…

Huiveringwekkend.
Wat een kippenvel krijg je hiervan…

Wat zitten we als mensheid opgescheept met wapens,
hoe dubbel steken wij mensen in elkaar:
wat kunnen we er elkaar mee aandoen,
en hoe graag zouden we ze wegdoen.

Middenin deze zo dubbele en gebroken wereld horen we Micha zeggen dat de wapens eens verleden tijd zullen zijn:

Dan zullen zij hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers
en hun speren tot snoeimessen
. (vers 3)

Letterlijk staat er:

Ze sláán hun zwaarden tot ploegscharen.

Die ellendige wapens worden de wereld uitgeslágen.
Een zwaard wordt net zolang geslagen, tot het een ploegschaar is geworden.
Het scherpe lemmet is zodanig omgevormd en gekromd, dat het, aan een stok bevestigd,
de aarde kan doorploegen,
in plaats van een menselijk lichaam te doorboren.
Een wapen wordt zo veranderd in een landbouwwerktuig.
Een instrument om te voeden, in plaats van te doden.

En de mensen?
Die zitten ondertussen prinsheerlijk onder hun vijgenboom.
Of bij ons: de bloeiende magnolia!
Niet in een loopgraaf, niet achter een muur, niet klaar voor de aanval of de verdediging.
Nee, onder een bloeiende boom, een kostbaar beeld van vrede en vertrouwen.
Mensen die zich veilig voelen.
Heerlijk ‘in de tûne!’, zoals we hier zeggen.
Wat is dat toch kostbaar, dat wij dat nu ook alweer 76 jaar kunnen en mogen, in vrede.

Ja, wat kun je er als mens naar verlangen dat het eens zo wereldwijd zal zijn.

Dat deze profetenwoorden blijkbaar aanhaken op ons verlangen hiernaar,
blijkt wel uit het feit dat juist déze woorden een plek hebben gekregen op het VN-hoofdgebouw.

They shall beat their swords into plowshares’
‘Zij zullen hun zwaarden tot ploegscharen slaan’


Tegelijk echter valt op dat hier maar de hélft staat van wat Micha zei.
Want hij noemde er vooraf nog iets heel wezenlijks bij.
Wat is namelijk de reden dat de mensheid in gezamenlijkheid ál het wapentuig zal afzweren?

Dit:

God zal rechtspreken tussen machtige volken. (vers 3)

Dát is de reden dat de wapens de wereld uitgaan:
er komt blijkbaar een tijd dat Gód er zal zijn,
en dat alle volkeren Hem zullen accepteren als scheidsrechter in hun conflicten.
Dan worden conflicten niet meer met wapens uitgevochten.
Dan lopen sterken ook niet langer over zwakken heen.
Nee, God is de allerhoogste instantie, die rechtspreekt, die beschermt.
Hij zorgt voor duidelijkheid, voor vertrouwen, voor veiligheid.

Helaas staan deze woorden nog níet op het gebouw van de VN.
Maar tegelijk: hoe bijzonder is het dat die andere woorden van Micha en Jesaja er al wél staan!
Hoe wonderlijk is dat eigenlijk, dat die oude profetenwoorden van duizenden jaren oud, nu op het gebouw van de gezamenlijke volkeren, waar ook de profeet over spreekt, staan.

Wekt dat niet de hoop, dat dít er al staat, dat er zo een stap gezet ís naar die nieuwe tijd?
En dat dan vast ook eens de andere helft van deze profetie uit zál komen?
Dát de ‘Verenigde Naties’ op zullen trekken naar Jeruzalem, om daar Gods wegen te leren.
Hun wapens af te zweren en Hem te erkennen als opperste Rechter over de wereld?

Zoals we het zongen met die prachtige profetische psalm van deze zondag, Psalm 98?

Zing voor de Heer, Hij openbaarde
bevrijdend heil en bindend recht
voor alle volkeren op aarde.


En:

Hij komt, Hij komt de aarde richten,
Hij komt, o volken wees verblijd!
Hij komt zijn koninkrijk hier stichten
zijn heil en zijn gerechtigheid.

Ja, wat snákken we hiernaar…
Zou het ooit gebeuren?

Luister opnieuw naar Micha:

De HEER van de hemelse machten heeft gesproken.

Als Hij het heeft gezegd, zou het dan niet gebeuren?

De HEER van de hemelse machten – de HERE der Heerscharen, staat er in een vorige vertaling.
Dat is een krachtige term.
De Heer van de hemelse legermachten, de hemelse legioenen.

Het is dus ook Gods overmachtige aanwezigheid,
met de legioenen engelen,
die ervoor zorgt dat zelfs de meest machtige landen op aarde in zullen binden.
En dat iedereen ontzag voor Hem heeft.

Een machtige Rechter.
Maar ook een goede, rechtvaardige en barmhartige Rechter.
Aan Wie je je maar al te graag toevertrouwt.
Zó, bij Hém, zullen we als mensen sámen onze wapens in durven leveren,
en een nieuwe tijd beginnen.
Daar mogen we ‘amen’ op zeggen.

Maar toch, voordat we de preek afsluiten met het ‘amen’, nog dit.
Naast Micha lazen we deze zondag uit Johannes.
En in het Johannesevangelie gaat het over iets vergelijkbaars.

Jezus zegt tot Petrus: jij zult je ook eens gewonnen geven.
Jij, Petrus, die je ook maar al te zeer bediende van wapens.
Jij die je zwaard eens trok,
of jij, die jezelf met het wapen van de leugen en verloochening wilde redden
toen je in het nauw zat –

-jij zult ánders worden, Petrus!
Je zult niet langer leven vanuit de verdediging,
maar vanuit de overgave.
Je geeft je wapens uit handen,
en je zult je láten leiden, naar waar je niet heen wilt.
Maar je zult het doen, zelfs als je de marteldood zult sterven.
Omwille van mijn Naam.
Je zult bereid zijn.

Het bijzondere is, gemeente, dat Jezus het hier heeft over een situatie
waar de profetie van Micha nog lang niet uitgekomen is.
Want in de profetie was er immers sprake van dat iederéén zijn wapens zal laten zakken,
vanuit een gezamenlijke afspraak en een gezamenlijk vertrouwen op en ontzag voor God.

Maar in de dagen van Petrus was dat nog niet het geval.
Sterker, mensen zouden hun pijlen óp Petrus richten, en op meer leerlingen van Jezus.
En toch zegt Jezus: Petrus, je zult bereid zijn het lijden te dragen.
Je zult bereid zijn navolger van Mij te zijn, ook al gaat dat je veel kosten.

Volg Mij!

Ja, dan word je nieuwsgierig.
Wat voor reden geeft Jezus, dat Petrus dit kan doen?
Dat hij zijn wapens wél laat zakken, terwijl de andere partij dat níet doet?

Het heeft denk ik alles te maken met wat Petrus zojuist gevoeld heeft.
Dat Jezus hem zó innig liefheeft, dat Hij hem zelfs zijn ontrouw heeft vergeven.
Petrus verloochende Jezus,
maar Jezus verloochende hém niet.

Tegen zo’n liefde ben je weerloos…
Zo’n liefde, die liefde van Christus, die is zó sterk,
die laat je niet los.
Die wil je ook zelf vasthouden,
al zou het je alles kosten.

Petrus, heb je Mij lief? vroeg Jezus driemaal.

Die liefde, die wil je toch niet verloochenen?
En als nu die liefde van ons mensen vraagt, en dat dóet Jezus,
om ons daaraan over te geven,
dan gaat het in je leven nu al niet langer meer om de wapens
om de zelfverdediging.
Maar dan gaat het om die liefde,
die de krachtigste wapens weerloos maakt.
Dan wordt het kwade overwonnen door het goede.
Nu al.

En eens voorgoed – zo zei God bij monde van zijn profeet.

Laten we met die belofte en opdracht op weg gaan.
En onszelf afvragen: waar kan of moet ík misschien mijn wapens laten zakken.
En waar mag ik iets van de liefde van Christus laten zien?

Laten we zingen:

Het zal zijn in het laatste der tijden
Niemand zal meer een wapen hanteren
maar zij groeten elkaar in het heldere licht
van de waarheid die eindelijk zal dagen
over mensen van zijn welbehagen. (uit lied 447: 1 en 3)

Amen.

2 thoughts on “Zondag 18 april 2021 | Micha 4 en Johannes 21

  1. Het zal zijn in het laatste der dagen… Dan zag ik altijd voor mij het beeld van de rust onder de olijfboom. Maar als dan de wapens omgesmeed worden tot ploegen en snoeimessen, zal er toch terdege nog gewerkt moeten worden. Waartoe anders dat gereedschap? Vast niet om in het Aardemuseum tentoongesteld te worden. Gewerkt om voedsel voort te brengen. Adam en Eva aten ook in het paradijs, maar pas na de zondeval lag het niet meer voor het oprapen.
    Zou dáár het verschil liggen? Dat het is in het láátste der dagen?

    • Mooi opgemerkt; arbeid en rust zullen vast allebei hun plek hebben. En aangezien arbeid zin geeft aan het leven, zal dat zeker niet ontbreken. In de Hof van Eden had de mens ook al een taak, ook al hing het eten voor het ”plukken”. Werken heeft er altijd al bij gehoord, en dus ook in het ”laatste der dagen”, vermoed ik.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s