In de zangdienst te Dedemsvaart staan we stil bij de storm op het meer.
Naar aanleiding van het verhaal in Markus 4:35-41 heeft Rembrandt van Rijn in 1633 dit schilderij gemaakt.
Daar willen we eens naar kijken:
(Als je op deze link klikt, kun je trouwens een scherpere versie in een extra scherm krijgen, misschien wel zo handig, omdat je die kunt vergroten.)
Als theoloog weet ik natuurlijk bepaald niet alles van schilderkunst, maar wel dat je, zeker bij Rembrandt, goed moet letten op lichtval, laag hoog, scheidslijnen, etc.
Zo willen we als ”leken” eens naar dit schilderij kijken.
Wat direct opvalt is het verschil in hoog en laag, licht en donker:
de voorsteven van het schip steekt hoog omhoog op de golf, en wordt beschenen door het licht.
De groep discipelen daar is actief aan het vechten, denkt bepaald niet aan opgeven.
Tegelijk is aan alles duidelijk dat zij het niet zomaar gaan redden: de zeilen scheuren, er slingert touw rond, water slaat het schip in…
Dan valt op een grote scheidslijn, die dwars door het schip loopt.
De blikrichting gaat verder, steeds meer naar beneden en het donker.
Ook daar is een groep discipelen, maar wat bij hen opvalt is hun passiviteit.
Zij lijken het te hebben opgegeven.
Een hangt er zelfs van ellende over de reling.
Vlakbij hem staat een man in het blauw, recht in de ”camera” te kijken.
Dat is Rembrandt. Hij heeft zichzelf als één van de discipelen geschilderd.
Niet in het ”moedige” groepje vechters, maar in het groepje dat verbijsterd is over de kracht van de storm.
Rembrandt kijkt met een blik van: ”Wat overkomt me nu?!”.
Met één hand houdt hij zijn mutsje vast, met de andere hand een touw.
Verder vergaat horen en zien hem.
Er zijn nog meer discipelen in dat donkere benedendeel van het schip. Wat ze gemeen hebben, is dat ze allemaal rond Jezus staan.
Hij is zojuist wakker geworden. Of beter: wakker gemaakt.
De discipelen praten op hem in.
De ene sterk geagiteerd. Een ander wat voorzichtiger, maar ook duidelijk met klem.
Eentje zit slechts op de knieën, vlak voor Jezus, met gevouwen handen.
Duidelijk is wat Rembrandt volgens mij laat zien: dat dit groepje ”discipelen in het donker”, zij die niet meer vechten, met hun nood tot Jezus gaan.
Nood leert bidden.
Zit er daarom meer ”rust” in dit donkere onderdeel van het schip, dan in het deel daarboven, waar in het licht de zeelui hun verbeten maar verloren lijkende strijd voeren?
Wil Rembrandt ons laten zien dat het soms maar beter is met je verlies naar Jezus te gaan, dan maar tegen beter weten in door te gaan?
Je nood in Zijn handen te leggen?
Opvallend is het licht dat op (of: van?) Jezus’ gezicht straalt.
Ook in dat donkere deel van het schip is een lichtplek: Jezus’ gelaat.
Hoeveel angst er ook kan zijn, de vrede van Christus kan onze harten behoeden, zal Paulus later zeggen.
Als ik nog verder naar achter kijk, valt me de roerganger op: zijn kalmte.
Hij houdt gewoon het roer vast, met een zekere rust. Hij lijkt zich niet van zijn stuk te laten brengen.
En wat nog meer opvalt: zijn blikrichting: die is naar beneden gericht, naar Jezus.
Wil Rembrandt ons hier laten zien dat Jezus in Zijn ‘vernedering’ juist hoop betekent?
Al iets van het kruis? Dat in Zijn dood ons behoud is gelegen?
En dat die roerganger dát doorheeft, en zich niet van de wijs laat brengen, maar gewoon koers houdt, hoe om hem heen ook de wereld woedt?
Nog weer verder denkend en kijkend, valt me ineens ook de andere ”uiterste” man op: die op de voorplecht.
Hij kijkt ook op een heel bijzondere manier. Niet naar beneden, maar: omhoog.
Ik volg zijn blik, en waar kom ik dan terecht: bij de vlag, aan stukken gescheurd, maar met nog duidelijk zichtbaar: het kruis!
(nb: kijk hiervoor op het scherpere schilderij via de link)
”Scheepke onder Jezus’ hoede, met de kruisvlag hoog in top”, zingt een bekend lied.
Ineens valt me op hoezeer die vlag bepalend is: dat kruis, hoog in top, bevindt zich bovenin de mast, die er, in al dat licht, glanzend en sterk uitziet.
Hoezeer het schip ook aangevochten is, kijk eens wat een kracht er uitgaat van die mast, en hoe strak die touwen gespannen staan, en hoe die, via de mast met de kruisvlag, het schip bij elkaar houden!
En kijk eens hoe diverse scheepslui, ook Rembrandt, aan die touwen houvast vinden!
Wil Rembrandt ons laten zien: het kruis, zowel in de diepte als in de hoogte, en verbonden met de mast (die wel iets van de opstanding lijkt te symboliseren) biedt het ultieme houvast in situaties van storm en verlies?
En kijkt Rembrandt daarom de beschouwer van dit schilderij zo aan?
Zo van:
”Kijk mee wat hier gebeurt! Kijk mee naar wat ook voor u en jou van levensbelang is!
Christus die gekruisigd is, en ook weer ontwaakt, opgewekt is.
In Hem ligt ons behoud – hoe de storm ook woedt!”
De roerganger lijkt het te weten, met zijn kalme blik.
De man op de voorplecht ook.
Anderen, hopen erop, bidden erom. Of misschien regeert de angst wel.
Er zijn er ook die er niets meer van snappen, en ziek van ellende over de reling hangen.
Hoe je er zelf ook instaat, net als Rembrandt mag je jezelf hier ook een plekje toekennen.
En uiteindelijk maakt het misschien wel helemaal niet uit waar je staat.
Want Jezus is er voor hen – en ons – allemaal.
Want het héle scheepje zál behouden aankomen!
(en misschien heeft dat juist die vechtende zeelui in het licht, die we aanvankelijk wat negatief beoordeelden, wel moed gegeven: niet opgeven, maar doorgaan met het strijden voor de goede zaak!)