Naar aanleiding van Grote Verzoendag lezen we zondagmorgen Psalm 32, waarin het gaat over het belijden van schuld en Gods vergeving.

David opent met de stellen:

Gelukkig/zalig de mens die zijn zonden belijdt voor God,
en ze niet langer bedekt.
Want: dan zal God de zonden bedekken (vs.1,5).

Dat is een bijzondere ‘tegenstelling in de Psalm:
als mensen zijn we vaak geneigd onze minder mooie kanten verborgen te houden.
Maar juist als we ze voor God belíjden, bedekt Gód ze, en haalt ze weg!

Als je die donkere geheimen angstvallig in je hart blijft bewaren en bedekken,
denken we soms dat ze weg zijn,
maar kunnen ze een heel eigen leven gaan leiden,
en de mens die ze verbergt van binnenuit opvreten.

Dat zegt David ook. Zo was het bij hem:

zo lang ik zweeg was het alsof mijn kracht tot in mijn botten toe wegviel. (v.3)

Kortom, het belijden voor God van wat er mis is in je leven kan juist heel bevrijdend werken.

David durft te zeggen: gelukkig ben je, als je dat doet!

Soms is het een hele weg.
Bij David was dat zelf ook zo.
Maar hij heeft geleerd: dat je bij God terecht kunt met alles van je leven,
zelfs met je fouten en schuld.

Daarover willen we zondag verder nadenken.

In het Liedboek staat hierover een mooi lied bij deze psalm (lied 32A),
waarvan ik hier een stukje weergeef:

Gelukkig ben je als je schuld bekent,
je fouten zonder omhaal toe kunt geven,
want God vergeeft je als je eerlijk bent
en opgelucht begin je een nieuw leven.

Ik heb eerst lange tijd mijn schuld verzwegen
maar kon die zware last gewoon niet aan.
Ik huilde, God, van machteloze woede.
U hield mij in uw greep, liet mij niet gaan.
Het leek of ik geveld was door de hitte:
ik had de kracht niet meer om op te staan.

Toen kwam ik met de waarheid voor de dag,
ik durfde wat mij dwars zat uit te spreken:
mijn leven was door eigen schuld ontspoord
en U, o God, U hebt het mij vergeven.

Wie naar U zoekt, zal U ook vinden, God,
zelfs als hij in de vloed dreigt te verdrinken.
De plaats waar ik kan schuilen, dat bent U.
Ik wil het lied van mijn bevrijding zingen.