Goede Vrijdag | Lukas 23:46

templemenorahOp Goede Vrijdag stonden we er bij stil dat de Here Jezus een Psalm citeerde tijdens zijn sterven:

Vader, in uw handen beveel ik mijn Geest (Psalm 31:6)

De Psalmen hebben nog steeds grote zeggingskracht voor ons mensen.
Zo ook voor de Here Jezus.
Als alles je ontvalt, en je zelf de woorden niet meer vindt,zijn er deze woorden, die jóu dragen.

Ik ervaar het nog altijd als zeer kostbaar dat ik vroeger op school alle 150 Psalmen heb geleerd,
zowel de tekst als het zingen ervan.

Helaas stuit dat tegenwoordig op grote weerstand.
Niet alleen op veel scholen, maar ook in veel kerken,
wordt al snel gezegd dat de Psalmen ‘moeilijk’ en ‘onbegrijpelijk’ zijn
en al helemaal voor de kinderen.
We moesten ze maar niet teveel zingen.

Ja, maar denk ik dan, moeten we dan alles gelijk in hapklare brokken toegediend krijgen?
Kan er ook niet iets geleerd worden,
dat op jonge leeftijd juist nog een beetje ‘mystiek’ overkomt,
en dat je later beter gaat begrijpen?

Toegegeven, de Psalmen en het taalgebruik vragen om uitleg.
Maar dat is toch juist mooi,
er zijn al zoveel platgeslagen teksten tegenwoordig,
de ondertiteling van de TV
en de computertaal,
niets mis mee, maar wel vaak fantasieloos en eenduidig.

En dat we via de Psalmen juist ook dichterlijke taal meekrijgen
is toch juist mooi?!

En bewijst juist het tijdeloze niet zijn kracht,
ook al denken we in de kracht en dynamiek van ons leven
dat we wel zonder kunnen?

Neem nu dit zinnetje:

Vader, in uw handen beveel ik mijn Geest.

Ook dit is niet letterlijk te duiden.
Jezus kon niet letterlijk de handen van de Here God, zijn Vader, voor zich zien.
Ook wij zien die niet.

En tóch mag je blijkbaar weten dat die er zijn.
Onder ons – een prachtig beeld.

Ook al lijkt het soms van niet.

Van de evangelist Matteus weten we,
dat Jezus hier vlak vóór een andere Psalm gebeden had:
Psalm 22:

Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?

God kan soms totaal wég lijken.

Matteus vertelt dat Jezus zich hierna nog op luide wijze uitte, en toen stierf.
Dankzij Lukas weten we, hoe die laatste, luide woorden gevuld waren:

Jezus spreekt met luide stem: Vader, in uw handen beveel ik mijn Geest.
En dat gezegd hebben, blaast Hij de Geestesadem uit. (Lukas 23:46)

Jezus wist dus, net als de psalmdichter, zeker, dat,
ook al werd Hij door mensen naar het leven gestaan,
dat Hij bij God veilig en geborgen was.
Zijn Geest, zijn kern – onaantastbaar!
Zelfs in de dood.

Waar we in de dienst bij stilstonden bij dit alles was,
dat vanaf nu Jezus’ Geest in de handen van zijn Vader lag.

En dat de Vader daar, zo’n 50 dagen later, iets mee gedaan heeft.
Jezus’ werk zat er op.
Het was volbracht.
Hij had het offer van zijn leven gebracht.
Er was verzoening, vrede, tussen God en mens tot stand gekomen.
En in die verwachting legde Hij zijn Geest terug in de handen van de Vader.

En toen de vijftigste dag na Pasen aangebroken was, het Wekenfeest (Pinksteren),
stortte de Vader deze Geest, die door Jezus in zijn handen gelegd was,
uit op zijn volk Israel.
En later ook op de Romeinen, en op alle volkeren op aarde.

Daar stonden we dankbaar bij stil.
Dat het dankzij Jezus’ lijden en sterven was,
dat wij nu mogen delen in zijn Geest.
En mogen weten dat Hij en de Vader ons door de Geest nabij zijn.

Zodat ook eens wij met een gerust hart mogen zeggen, als het onze tijd is:

Vader, in uw handen leg ik mijn geest.

En zodat wij mogen weten dat eens de Geest van Jezus,
bij zijn wederkomst,
heel de aarde zal vervullen.
Vanuit het nieuw Jeruzalem tot aan alle einden der aarde.

 

 

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s