In de lezing voor zondag gaat het onder andere over het bezoek van de zwangere Maria aan haar tante Elisabeth, die eveneens in verwachting is.
Wat mij treft, is de communicatie tussen de twee ongeboren kinderen.
De een (Johannes) reageert extatisch op de komst van de ander (Jezus).
Wat ik hier zo bijzonder aan vind, is dat ‘de kleine Johannes’ al zielsblij is met Jezus, voordat Hij daadwerkelijk geboren is.
Hij is ook al blij met het ‘voorstadium’.
Misschien heeft dat ons ook iets te zeggen.
Want, zo zat ik te denken: lijkt onze situatie hier niet een beetje op?
Ook wij kunnen Jezus nog niet zien.
Maar we weten wel dat Hij komt.
Ook wij zijn in blijde verwachting.
Je ziet Hem niet, maar je weet dat het groeit, dat het Koninkrijk komt!
Als door barensweeën heen, zegt de Bijbel trouwens ergens anders.
Johannes, hoe klein en onbewust (hoezo?!) hij ook was,
hij voelde het al aan: Jezus komt – en hij sprong op!
Zelfs het ongeboren leven verwelkomt Jezus.
Het leven dat nog moet komen, weet zich reeds bij Hem geborgen!
De toekomst is bij Hem veilig.
Maar ook de twee vrouwen, de een jong, de ander al ouder, zijn niet minder blij.
Johannes: hij sprong op in Elisabeth’s buik.
Elisabeth zelf: zij slaakt een luide kreet, en zegent Maria om het Kind dat zij mag dragen
En Maria: zij barst uit in een lofzang en zingt:
”Mijn geest is in jubel over God!”
Kortom, alleen al het wéten dat Jezus komt, maakt blij en lyrisch.
Als het goed is hebben wij daar ook een spoortje van, toch?!
Lukas 1:39-56
39 Maar in die dagen staat Maria op
en trekt het bergland in, met haast,
naar een stad van Juda.
40 Ze komt binnen in het huis van Zacharias
en begroet Elisabet.
41 En het geschiedt: met dat Elisabet
de begroeting van Maria hoort
springt de zuigeling óp in haar schoot
en wordt Elisabet
vervuld van heilige geestesadem.
42 Ze slaakt een luide kreet, en zegt:
gezegend jij onder de vrouwen!-
gezegend de vrucht van je schoot!-
43 vanwaar valt mij dit toe
dat de moeder van mijn Heer tot mij komt?-
44 want zie,
met dat het stemgeluid van je groet
geschiedt in mijn oren
springt de zuigeling in jubel óp
in mijn schoot!-
45 zalig zij die heeft geloofd dat er
voleinding zal zijn van al wat tot haar
gesproken is vanwege de Heer!
46 Dan zegt Maria:
groot maakt mijn ziel de Heer (1 Sam. 2,1-10),
47 in jubel is mijn geest over God,
mijn redder,-
48 omdat hij heeft aangezien
de vernedering van zijn dienares;
want zie,
van nu af prijzen mij zalig alle generaties!-
49 omdat grote dingen aan mij gedaan heeft
hij die machtig is, heilig is zijn naam!-
50 zijn ontferming is tot in
generaties en generaties
over wie hem vrezen;
51 hij betoont kracht met zijn arm;
hoogmoedigen met de plannen van hun hart,-
hij slaat ze uiteen;
52 hij stoot machtigen van hun troon
en vernederden verhoogt hij;
53 hongerlijders vervult hij met alle goeds,
en rijken zendt hij ledig heen;
54 hij neemt zich
zijn knecht Israël aan,
hij blijft zijn ontferming indachtig
55 -zoals hij tot onze vaderen heeft gesproken-
voor Abraham en voor zijn zaad
tot in de eeuwigheid!
56 Maar Maria is zo’n drie maanden
bij haar gebleven;
dan keert zij terug naar haar huis.