Zondag gaat het over de hemelvaart van Elia.
Maar eigenlijk is het nog belangrijker om te kijken wat daaraan voorafging: de wens van Elisa, die Elia’s opvolger zou worden.
Elisa voelde namelijk aan dat er iets ging gebeuren. Want tot driemaal toe gaf Elia aan dat hij naar een bijzondere plaats wilde, alléén, zonder Elisa.
Eerst vroeg hij: ”Laat me in mijn eentje naar Bethel gaan”.
Vervolgens: ”naar Jericho”.
En als laatste: ”naar de Jordaan”.
Alledrie betreft het plaatsen, waar voor de goede verstaander iets bijzonders mee is:
Bethel – dat is de plaats waar Jakob droomde over de open hemel met de ladder.
Jericho – dat was de poort naar het Beloofde Land.
De Jordaan – daardoor trokken de Israelieten naar het Beloofde Land.
Kortom, Elia geeft driemaal aan tegen Elisa dat hij in z’n eentje naar zo’n poort naar het Beloofde Land/de hemel wil.
Elisa voelt dat haarfijn aan (bovendien wordt hij door andere profeten gewaarschuwd die blijkbaar op de hoogte zijn, dat dit de dag is dat Elia ten hemel opgenomen zal worden, v.3).
Tot driemaal toe bezweert Elisa Elia dat hij hem nooit wil verlaten.
Herkenbaar: ook wij klampen ons graag vast aan mensen die op geloofsgebied een baken en rots in de branding zijn. Je moet er niet aan denken dat die ooit weg zullen vallen.
Toch gaat dat gebeuren. Elia zal worden weggenomen.
Elisa, die dat gaandeweg inziet, vraagt daarom iets heel bijzonders aan Elia:
of hij een dubbel deel van de Geest die Elia was, mag ontvangen. (v.9).
Om dit te begrijpen moet je weten dat destijds de oudste, wanneer de erfenis verdeeld werd, het eerstgeboorterecht kon uitoefenen: hij ontving dan een dubbel deel ten opzichte van de anderen.
Je had dan dubbele rechten, maar die waren ook hard nodig, want je had ook dubbele plichten: vanaf dat moment was jij de nieuwe leider van de stam/clan, en had daar extra middelen en gezag voor nodig.
Net zo vraagt Elisa om een dubbel deel van de Geest, zodat duidelijk is naar anderen dat hij Elia’s opvolger is (zoals door God was aangegeven), en Hij de kracht van Godswege zal hebben profeet onder het volk te zijn.
Bij dit punt wil ik even blijven haken.
Dat verlangen van Elisa vind ik namelijk wel mooi.
Ook wij willen van alles in het leven, ook als we zelf langzaam maar zeker doorgroeien en opschuiven in de generaties, die wegvallen of weggevallen zijn.
Maar zien wij, net als Elisa, ook de waardevolle dingen bij die anderen (en dan natuurlijk geen letterlijke erfenis), maar een soort geestelijke schat, waar je jaloers op kunt zijn, en die je graag ook in je eigen leven een plek zou willen geven?
Dingen waarbij je aanvoelt: daarin wordt die ander door Gods Geest geleid – en dat zou ík ook graag willen?! (zonder natuurlijk een kopie van de ander te worden)
Ik vind het een prachtig gebed van Elisa: ”geef mij een dubbel deel van de Geest die op u rust”.
Natuurlijk hoeft niet iedereen een eerstgeboorterecht, bidden om een enkel deel is ook prima.
Denk er eens over, wie voor (jo)u mensen zijn of waren die merkbaar iets van Gods Geest hadden waar je eigenlijk jaloers op ben. En bid God of Hij ook (jo)u hiervan iets wil geven.
Krijg je het dan zomaar?
Elia zegt enerzijds tegen Elisa: ”Je hebt iets moeilijks gevraagd” (10)
Hij zegt anderzijds: je zult de Geest dubbel krijgen als je mij ziet, als ik ten hemel vaar.
Men andere woorden: de hemelvaart van Elia fungeert hier voor Elisa als een testcase:
of hij ook een geestelijke antenne uit heeft staan voor Gods wereld,
als hij die straks ziet, dan is hij er klaar voor.
Net zo geldt het denk ik voor ons.
Zijn wij fijngevoelig voor dat wat van God komt?
Niet denk ik in de zin van dat we volmaakt moeten zijn.
Alsof de Geest enkel aan acrobaten op geestelijk gebied geschonken wordt. Juist niet!
De Geest is immers de kracht die ons mensen leidt waar we met lége handen staan.
Waar wijzelf niet uit eigen kracht kunnen of de weg vinden.
Dat was juist Elisa’s diepe besef.
We hoeven dus zeker geen alleskunners te zijn op geloofsgebied.
Maar waar het hier wel om gaat is: ben je innerlijk gespitst om iets van God te ontdekken in je eigen leven of dat van een ander?
Ben je sérieus op zoek naar Hem?
Dat is de voorwaarde, en tegelijk ook de voldoende voorwaarde.
En denk aan het woord van Jezus: dat zijn Vader de heilige Geest graag geeft aan hen die daarom bidden (Lukas 11:13).
Ook hier weer: mensen die ernaar zoeken, het in hun leven een plek willen geven.
Zozeer zelfs dat ze de moeite nemen om hierover in gebed te gaan.
Een bemoedigend verhaal dus met een oproep: stem je af op God.
Vraag zijn Geest.
Hij wil Zich laten vinden!
De tekst van 2 Koningen 2:1-15
1 |
Het geschiedt, |
|
2 |
Elia zegt tot Elisja: blijf toch hier zitten, |
|
3 |
komen de profetenzonen van Bet El |
|
4 |
Dan zegt Elia tot hem: |
|
5 |
De profetenzonen in Jericho treden nader |
|
6 |
Elia zegt tot hem: blijf toch hier zitten, |
|
7 |
Vijftig man uit de profetenzonen |
|
8 |
Elia neemt zijn mantel, rolt hem op en |
|
9 |
En het geschiedt als zij oversteken |
|
10 |
Hij zegt: je hebt iets moeilijks gevraagd; |
|
11 |
En het geschiedt: |
|
12 |
Elisja ziet het |
|
13 |
Hij heft de mantel van Elia op |
|
14 |
Hij neemt de mantel van Elia |
|
15 |
Als de profetenzonen uit Jericho |