Vanmorgen ging ik voor in De Hulstkampen, en preekte over de twaalfjarige Jezus in de tempel.
Tijdens het hardop lezen van Lukas 2:42-52, viel me ineens een aantal zaken op, die sterk deden denken aan het verhaal over de Emmausgangers (Lukas 24:13-35):

– Beide verhalen spelen zich af rond het Pesach(Paas)feest.

– Bij beide verhalen zijn mensen 1 dagreis onderweg vanaf Jeruzalem naar huis, terwijl ze Jezus missen.

– Zowel Jozef en Maria als de Emmausgangers keren aan het einde van de 1e reisdag diezelfde avond nog terug
naar Jeruzalem.

– Bij beide verhalen speelt ‘de derde dag’ een belangrijke rol. Maria en Jozef vinden Jezus op de derde dag in
de tempel, en het verhaal van de Emmausgangers speelt zich ook af op de derde dag (de opstandingsdag van
Jezus) (dit zeggen zij ook: ‘het is nu reeds de derde dag’ (dat Hij in het graf ligt). Ook zij vinden hem op
deze dag.

– In beide stelt Jezus een vraag, waarin doorklinkt dat men beter had kunnen weten. Aan zijn ouders: ‘Waarom
hebben jullie mij gezocht, wisten jullie niet dat ik zijn moet in wat van mijn Vader is?’.
Aan de Emmausgangers: ‘O onverstandigen en tragen van hart (…) moest de Christus niet dat alles lijden en
zo binnengaan in zijn heerlijkheid?’
De overeenkomst tussen beide vragen zit er volgens mij in dat Jezus aangeeft dat zijn weg een andere is dan
de mensen hadden verwacht.

Zo lijkt Lukas een structuur aan te brengen: bij het begin en einde van zijn evangelie wijst hij erop dat de Here Jezus een heel speciale weg is gegaan, diep verbonden met zijn Vader en zijn huis.
Het zal ook vast geen toeval zijn dat het Lukas-evangelie er mee eindigt te vertellen dat, na Jezus’ hemelvaart, de leerlingen aldoor in de tempel waren, en God zegenden.

Dankzij Jezus is het huis van de Vader ook het centrum van ons leven geworden, waar wij thuis mogen komen.
Tegelijk is het huis van de Vader ook de ‘uitvalsbasis’ van waaruit de wereld in gegaan en getuigd mag worden.
Zo gaat Jezus uiteindelijk met zijn ouders mee naar Nazareth, en zo geeft Hij zijn leerlingen opdracht om, vanuit de tempel, van Hem te gaan getuigen.

Vreemd, hardop een tekst lezen, doet soms weer andere dingen opvallen dan enkel met de ogen lezen!