Deze zondag staan we stil bij Hanna (ook wel Anna genoemd), de profetes.
Samen met Simeon is zij ‘getuige’ van het kind Jezus, dat door zijn ouders aan God wordt voorgesteld in de tempel.
Ook aan het einde van het Lukas-evangelie zijn vrouwen getuigen, dan van de ópgestane Jezus. Hier van de gebóren Jezus.
Hanna is bovendien profetes.
Haar naam (‘God is genadig’) doet sterk denken aan de oudtestamentische Hanna (over haar lees je in 1 Samuel – zij zou later de moeder worden van Samuel).
Overeenkomsten tussen beide vrouwen:
– beiden waren zonder toekomst (de ‘1e’ Hanna had aanvankelijk geen kinderen, de ‘2e’ Hanna was weduwe; beide situaties betekenden: geen toekomst)
– beiden vertoefden in het heiligdom (de 1e Hanna vastte en ging bidden in het heiligdom (waar Eli priester was), de 2e Hanna was het langste deel van haar leven in de tempel, waar zij vastte en bad)
– de 1e Hanna bad ”voor het aangezicht van God”. De 2e Hanna was dochter van Fanuel. Fanuel betekent: aangezicht van God.
– de 1e Hanna zou moeder worden van profeet Samuel. De 2e Hanna was zelf profetes.
Er kan getwist worden over de vertaling, maar van de 2e Hanna lees je dat ze 84 jaar weduwe was (andere vertalingen hebben: zij was op de leeftijd van 84 jaar).
Zelf gaan we uit van het 84 jaar weduwe zijn. Zij was 7 jaar getrouwd geweest, en daarna 84 jaar weduwe. Vanaf haar trouwdatum heeft zij dus minstens 91 verder geleefd, en moet in dit verhaal dus boven de honderd geweest zijn.
Het gaat echter hier niet om haar leeftijd, maar om de getallensymboliek:
– 7 jaar getrouwd (7 is het getal van de volheid)
– daarna echter 84 jaar weduwe. 84 is hetzelfde als 12 maal 7. 12 is ook een bijzonder getal: het symboliseert de volheid van de 12 stammen van Israel. Haar weduweschap zegt dus ook iets over Israel, zij lijkt er symbool voor te staan. 12 maal 7 jaar weduwe betekent dan zoiets als: heel Israel was weduwe.
Veelzeggend stelt de tekst dat zij spreekt tot allen die Jeruzalems verlossing verwachten.
Die verlossing was er nog niet. Zij is weduwe (net als Israel bijv. in Klaagliederen weduwe wordt genoemd, wachtend tot God zal terugkeren en omzien naar zijn volk).
Een dubbelheid zit er ook in haar naam. Zij wordt: ”dochter van Fanuel” genoemd.
Haar meisjesnaam dus. Daarmee lijkt zij terug bij af. Haar huwelijk (hoewel het een volheid van 7 jaar was) lijkt totaal geannuleerd, nu haar man is gestorven – zijn naam klinkt niet eens meer.
Hanna is weer de ”dochter van”. En dat op haar hoge leeftijd…
Triest en toekomstloos.
Tegelijk zit er in de naam Fanuel – zo zagen we – een mooie, hoopvolle betekenis: ”Gods aangezicht”.
Letterlijk vertalend kun je dus ook zeggen: Hanna was ”dochter van Gods aangezicht”.
En zo was zij geweest die verdere 84 jaren: levend in Gods huis, de tempel, dichtbij Zijn aangezicht, altijd vastend en biddend.
En nu…! Nu herkent zij het Kind.
Een kind, dat zoals zovele kinderen het heiligdom binnengedragen werd om aan God voorgesteld te worden.
Bijzonder, als je er bij stilstaat.
Het Kind werd niet herkend en erkend door de officiële priesterklasse.
Maar Simeon en Hanna (h)erkennen het Kind wél.
Zelf denk ik: wie kind aan huis is bij God, met volharding bidt, ontwikkelt een antenne voor wat/Wie van Hem komt.
Hanna herkent het Kind.
Bijzonder dat ze in Hem de verlosser van Israel herkent.
De Messias werd op andere wijze verwacht: als een machtig redder en bevrijder, niet direkt als een kind.
De Romeinen waren gewoon de baas in Israel. Niets leek erop te wijzen dat dit Kind Israel verlossing ging brengen.
Hanna had ook gebeden om de verlossing van Israel, 12 maal 7 jaar.
(zou trouwens de komst van het Kind ook met deze volheid van gebeden te maken kunnen hebben? Daar waar 12 maal 7 jaar voor Israel is gebeden, zal God in de volheid van de tijd verhoren?)
Hoe het ook zij: Hanna merkt dat haar gebeden verhoord zijn, ook al is het zo anders dan menigeen verwachtte (en daar moet je oog voor hebben, dat God je gebed soms op andere wijze verhoort dan je zelf dacht/wilde!).
In ieder geval dankt zij God, staat er.
Kostbaar; na het bidden en de verhoring het danken niet vergeten!
En dan vertelt zij over dit Kind aan allen die Jeruzalems verlossing verwachtten.
Letterlijk staat er het woord ”loskoping”. Een woord dat enkel aan het einde van het Lukasevangelie nogmaals gebruikt wordt door de evangelist: bij het verhaal van de Emmausgangers: toen zij na Jezus’ dood mistroostig , naar huis liepen zeiden zij: ”wij dachten dat Hij het was die Israel zou loskopen”. (en toen bleek dat Jezus was opgestaan!)
De loskoping slaat op het losserschap. Een weduwe kon losgekocht worden uit haar (in het toenmalig sociaal-financieel) bestaan dat verre van rooskleurig was, en kon opnieuw gehuwd worden (denk aan het verhaal van Ruth, waar Boaz haar ”loste”, door met haar te trouwen.
Doordat ”12×7-jaar-weduwe” Hanna hier dit woord gebruikt voor Israel, wordt duidelijk dat zij inderdaad tevens symbool staat voor Israel (Hanna als ”vrouwe Israel”), en dat er door het Kind Jezus toekomst zal zijn voor het volk: God huwt, lost, verlost zijn volk door Hem!
Ook al was het 12 maal 7 jaar weduwe: God doet wat Hij belooft, verhoort het gebed en huwt zijn volk in zijn Zoon, die onder hen zou wonen. Wordt Hij elders niet met de Bruidegom vergeleken?
Nogmaals, doordat Lukas bij de opstanding van Jezus opnieuw dit woord ”lossing” laat vallen, blijkt hoe heel het evangelie van Jezus hierdoor omkaderd is: Hij is de verlosser van Israel.
Mooi trouwens dat een oude vrouw hierin beslissend mocht getuigen.
Dat laat zien waar het om gaat, ook nu, bij het kerk-zijn.
Niet het spectaculaire, het vele of het grote.
Maar juist: het innige, het volhardende, de ”oude getrouwen”, of (wat oneerbiediger: ‘trouwe oudjes’): zij zijn van onschatbare ware voor het bidden en getuigen.
Een kleine gedachte terzijde: zo bezien schuilt er ook iets waardevols in onze vergrijzende PKN.
Als het ”grijze” deel maar volhardt in de trouw in de gebeden, het zijn in Gods huis, het getuigen voor wie maar horen wil van dit Kind!
Sinds Hanna is het verhaal althans verder gegaan, en is het in kracht gegroeid.
Kostbaar, te mogen weten, dat God doet wat Hij belooft: door Jezus Israel verlossen, en in Israel alle volkeren op aarde.
Nog één ding bij het laatste vers (vers 40).
Daar lezen we dat ”het jongetje” (Jezus) krachtig werd, en vervuld van wijsheid.
Want, zo staat er (met een woordspel), ‘Gods genade’ was over Hem geweest.
En laat dat de naam Hanna betekenen: ‘God is genadig!’.
Inderdaad: deze oude vrouw was over het Kind geweest, met haar liefde en dankbaarheid.
Mede door haar getuigenis heeft de (h)erkenning van Jezus door en bij anderen aan kracht gewonnen,
en daarmee Hijzelf!
Gods genade in Jezus gaat verder via gewone mensen als Hanna, die biddend en vol verwachting hun leven leven, en op een goede dag een beslissend woord mogen spreken dat blijft hangen in de oren van weer andere mensen:
God verlost Israel – en in Israel de wereld.
—
Hier komt de Bijbeltekst:
36
Er is ook een profetes geweest, Hanna,
dochter van Fanoeël, uit de stam van Aser.
Zij is in levensdagen ver gekomen:
na haar meisjestijd
heeft zij zeven jaren geleefd met een man
37
en is nu weduwe,
zo’n vierentachtig jaren.
Zij is nooit weggeweest uit het heiligdom,
met vastentijden en smeekbeden er vererend
nacht en dag.
38
Dit eigen uur treedt zij naderbij.
Zij dankt God en spreekt van hem
tot allen
die op Jeruzalems verlossing wachten.
39
Zodra zij alles hebben volbracht
dat volgens de Wet van de Heer móet
keren ze terug naar Galilea, naar hun stad,
Nazaret.
40
Maar het jongetje is opgegroeid
en krachtig geworden,-
vervuld van wijsheid:
Gods genade is over hem geweest.