Zondag begint de lezing uit Petrus met een zin die wel een citaat lijkt uit de zaligsprekingen van Jezus in Matteus 5.
In Matteus 5:10 staat: ”Zalig/gelukkig wie vanwege de gerechtigheid vervolgd worden.”
En 1 Petrus 3:14 luidt: ”Maar zelfs als u zou lijden omwille van de gerechtigheid, dan bent u toch zalig/gelukkig te prijzen.”
Ook vers 16, waar het gaat over kwaad dat gesproken wordt van gelovigen, lijkt sterk op Matteus 5:11:
”Zalig/gelukkig zijn jullie wanneer ze je omwille van Mij (…) van allerlei kwaad betichten”
En zo zijn er meer overeenkomsten.
Kortom, Petrus maakt duidelijk dat de Bergrede van Christus leidend is voor de gelovigen.
De weg die Christus koos (die van het desnoods brengen van offers), dient door de gelovigen niet geschuwd te worden.
Dat lijkt soms een zwakke weg, maar het is juist een heel krachtige weg, zegt Petrus in vers 18 en 19.
Dat is dat bijzondere gedeelte waarin verteld wordt hoe Christus in de periode tussen zijn dood en opstanding naar het dodenrijk is geweest, om daar ook de genadeboodschap te brengen.
Hij was immers de overwinnaar, die bevrijding kon brengen, zelfs uit oordeel en dood!
Daarover heb ik laatst nog een meditatie gehouden op Stille Zaterdag.
Die geef ik hieronder weer.
Meditatie Stille Zaterdag
De Stille Zaterdag is begonnen.
De Sabbat, de rustdag.
Destijds, bij de schepping, had God gezegd: ”het is goed zo”.
En nu had Jezus gezegd: ”Het is volbracht”.
Rust.
Het is goed zo.
God en mens verzoend.
Nieuw, eeuwig leven.
Het was niet stil, op stille zaterdag.
Ogenschijnlijk leek dit wel zo.
Maar: waar was Jezus?
Zijn lichaam lag in het graf.
Waar was Hij zelf?
De geloofsbelijdenis leert:
‘nedergedaald ter helle’.
Maar niet om daar ook nog eens gestraft en gepijnigd te worden.
Het was immers volbracht.
De straf was gedragen.
Nee, Jezus ging naar het dodenrijk,
om ‘te prediken tot de geesten in de gevangenis’ (1P3:19).
Wie waren die geesten?
In vers 20 horen we dat dit degenen waren:
‘die zich eens niet lieten overtuigen,
toen de lankmoedigheid van God bleef wachten,
in de dagen dat Noach de ark
in gereedheid bracht,
waarin weinigen, dat is acht zielen,
door het water heen werden gered.’ (1P3:20)
Het gaat dus om heel die ongehoorzame,
verdorven generatie,
die het zo bont had gemaakt,
dat God hen allen had gestraft
met het oordeel van de zondvloed.
Maar nu gebeurt er iets!
Deze gestraften,
in de gevangenis van het dodenrijk,
krijgen hoog bezoek.
De aan het kruis gestorven Christus
opent de deur
en preekt
verkondigt tot hen.
Wat was de boodschap van zijn preek?
Het staat er niet precies, maar het valt wel af te leiden uit het voorgaande vers (1P3:18,19):
‘Omdat ook Christus éénmaal
voor zonden is gestorven,
een rechtvaardige voor onrechtvaardigen,
opdat Hij u tot God zou leiden.
In kracht daarvan is Hij
heengegaan en heeft Hij ook
gepredikt tot de geesten in de gevangenis‘
Christus’ preek was ‘in de kracht van’
zijn dood voor onrechtvaardigen.
Het kan dus niet anders,
of deze boze generatie van de zondvloed,
al duizenden jaren gestraft,
kreeg hier het evangelie aangezegd!
Destijds werden zij niet gered.
Nu wel!
Nu Christus zijn straf had gedragen,
zat hun straf er op.
Het was niet stil, op stille zaterdag.
In het dodenrijk klonk goed nieuws!
De gestorven Christus bevrijdde
hen die gevangen waren
in banden van de dood
en leidde hen tot God.
Wat een ontzaglijk mooi bericht.
Ook wij, zegt Petrus, zijn zo gered:
door een onderdompeling.
Hij herinnert ons aan onze doop:
gedoopt in de dood van Christus.
Bevrijd van alles dat ons vastpinde,
neertrok.
Vanouds doopte men in de kerk
juist daarom op deze dag:
Stille Zaterdag,
in haar overgang naar de Paasnacht
en Paasmorgen.
Want ook dat betekent onze doop:
opgestaan met Christus,
tot een nieuw leven!
Laten wij deze stille avond en nacht
daarom dankbaar onze doop gedenken
die getuigt van Hem,
die preekte in het dodenrijk
dat alles goed is nu.
Omdat zijn Leven wacht.
—
Dan tenslotte de tekst van 1 Petrus 3:14-22:
14 Maar zelfs als u zou lijden omwille van de gerechtigheid, dan bent u toch gelukkig te prijzen. Wees daarom niet bang voor de mensen en laat u door niets in verwarring brengen; 15 erken Christus als Heer en eer hem met heel uw hart. Vraagt iemand u waarop de hoop die in u leeft gebaseerd is, wees dan steeds bereid om u te verantwoorden. 16 Doe dat dan vooral zachtmoedig en met respect, houd uw geweten zuiver; dan zullen de mensen die zich honend over uw goede, christelijke levenswandel uitlaten, zich schamen over hun laster. 17 Het is beter te lijden, indien God dat wil, omdat men goeddoet dan omdat men kwaad doet.