De Stille Zaterdag is begonnen.
De Sabbat, de rustdag.
Destijds, bij de schepping, had God gezegd: ”het is goed zo”.
En nu had Jezus gezegd: ”Het is volbracht”.
Rust.
Het is goed zo.
God en mens verzoend.
Nieuw, eeuwig leven.
Het was niet stil, op stille zaterdag.
Ogenschijnlijk leek dit wel zo.
Maar: waar was Jezus?
Zijn lichaam lag in het graf.
Waar was Hij zelf?
De geloofsbelijdenis leert:
‘nedergedaald ter helle’.
Maar niet om daar ook nog eens gestraft en gepijnigd te worden.
Het was immers volbracht.
De straf was gedragen.
Nee, Jezus ging naar het dodenrijk,
om ‘te prediken tot de geesten in de gevangenis’ (1P3:19).
Wie waren die geesten?
In vers 20 horen we dat dit degenen waren:
‘die zich eens niet lieten overtuigen,
toen de lankmoedigheid van God bleef wachten,
in de dagen dat Noach de ark
in gereedheid bracht,
waarin weinigen, dat is acht zielen,
door het water heen werden gered.’ (1P3:20)
Het gaat dus om heel die ongehoorzame,
verdorven generatie,
die het zo bont had gemaakt,
dat God hen allen had gestraft
met het oordeel van de zondvloed.
Maar nu gebeurt er iets!
Deze gestraften,
in de gevangenis van het dodenrijk,
krijgen hoog bezoek.
De aan het kruis gestorven Christus
opent de deur
en preekt
verkondigt tot hen.
Wat was de boodschap van zijn preek?
Het staat er niet precies, maar het valt wel af te leiden uit het voorgaande vers (1P3:18,19):
‘Omdat ook Christus éénmaal
voor zonden is gestorven,
een rechtvaardige voor onrechtvaardigen,
opdat Hij u tot God zou leiden.
In kracht daarvan is Hij
heengegaan en heeft Hij ook
gepredikt tot de geesten in de gevangenis‘
Christus’ preek was ‘in de kracht van’
zijn dood voor onrechtvaardigen.
Het kan dus niet anders,
of deze boze generatie van de zondvloed,
al duizenden jaren gestraft,
kreeg hier het evangelie aangezegd!
Destijds werden zij niet gered.
Nu wel!
Nu Christus zijn straf had gedragen,
zat hun straf er op.
Het was niet stil, op stille zaterdag.
In het dodenrijk klonk goed nieuws!
De gestorven Christus bevrijdde
hen die gevangen waren
in banden van de dood
en leidde hen tot God.
Wat een ontzaglijk mooi bericht.
Ook wij, zegt Petrus, zijn zo gered:
door een onderdompeling.
Hij herinnert ons aan onze doop:
gedoopt in de dood van Christus.
Bevrijd van alles dat ons vastpinde,
neertrok.
Vanouds doopte men in de kerk
juist daarom op deze dag:
Stille Zaterdag,
in haar overgang naar de Paasnacht
en Paasmorgen.
Want ook dat betekent onze doop:
opgestaan met Christus,
tot een nieuw leven!
Laten wij deze stille avond en nacht
daarom dankbaar onze doop gedenken
die getuigt van Hem,
die preekte in het dodenrijk
dat alles goed is nu.
Omdat zijn Leven wacht.
—
1 Petrus 3:18-22
3:18 | Omdat ook Christus éénmaal voor zonden is gestorven, een rechtvaardige voor onrechtvaardigen, opdat hij u tot God zou leiden, hij die door* vlees-en-bloed gedood is maar levendgemaakt is door* de Geest. |
|
![]() 3:19 |
In kracht daarvan is hij heengegaan en heeft hij ook gepredikt tot de geesten in de gevangenis, |
|
![]() 3:20 |
zij die eens zich niet lieten overtuigen, toen de lankmoedigheid van God bleef wachten, in de dagen dat Noach de ark in gereedheid bracht, waarin weinigen, dat is acht zielen, door het water heen werden gered. |
|
![]() 3:21 |
Als tegenbeeld daarvan redt nu een onderdompeling ook u; die is niet een aflegging van vuil dat op vlees zit, maar een bede tot God om een goed geweten, door de opstanding van Jezus Christus, |
|
![]() 3:22 |
die aan de rechterhand van God is, heengegaan ten hemel; aan hem onderschikken zich engelen en machten en krachten. |