In het stukje uit de Bergrede dat zondag aan de orde is, gaat het voor mijn gevoel om:

– wees betrouwbaar in je spreken ( vers37)

– wees volmaakt, zoals God volmaakt is (vers 48, en dat heeft alles te maken met een bijzondere houding naar mensen die het kwade doen)

Ik geef hier het gedeelte in de vertaling van de Naardense Bijbel, en ben erg benieuwd naar jullie eerste gedachten/indrukken bij dit bijbelgedeelte.

Matteus 5:33-48

5:33	Weer geldt: ge hebt gehoord dat tot de aartsvaders is gesproken: je zult geen meineed plegen (Lev. 19,12), maar afgeven overeenkomstig je eden aan de Heer (Deut. 23,22)!-
5:34	maar ik zeg u: zweer helemaal niet (Deut. 23,23), niet bij de hemel, want dat is de troon van God,
5:35	niet bij de aarde, want dat is de voetbank voor zijn voeten, en niet bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote koning;
5:36	zweer niet bij je hoofd, want je kunt niet één haar wit maken of zwart;
5:37	in uw spreken moet ‘ja’ já zijn en ‘nee’ néé; wat daarbovenop komt is uit den boze!
5:38	Ge hebt gehoord dat is uitgesproken: oog om oog en tand om tand (Ex. 21,24)!-
5:39	maar ik zeg u: biedt aan het boze geen weerstand!- nee, wie jou slaat op je rechterwang, keer hem ook de andere toe;
5:40	als iemand met jou voor het gerecht wil en je onderkleed wil nemen, laat hem ook de mantel;
5:41	en wie jou zal dwingen tot één mijl, ga er twee met hem;
5:42	vraagt iemand je iets: geef, en wil iemand van jou lenen: keer je niet af!
5:43	Ge hebt gehoord dat is gesproken: liefhebben zul je je naaste (Lev. 19,18) en haten zul je je vijand!-
5:44	maar ik zeg u: hebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen!-
5:45	opdat ge kinderen wordt van uw Vader in de hemelen, want hij laat zijn zon opgaan over bozen en goeden, en regent over rechtvaardigen en onrechtvaardigen,
5:46	want als ge liefhebt wie ù liefhebben, wat is het loon dat ge krijgt?- doen ook de tollenaars niet hetzelfde?-
5:47	en als ge alleen uw broeders hartelijk groet, wat doet ge meer dan het gewone?- doen ook de heidenen niet hetzelfde?-
5:48	weest gij dus volmaakt (Deut. 18,13), zoals uw hemelse Vader volmaakt is!