Zondag 30 juni 2013 Lukas 9: 57-62

Het stukje voor zondag lijkt wel een echo van 1 Koningen 19: 19-21

Ik zet ze achter elkaar, en heb een aantal woorden vetgedrukt die overeenkomen:

1 Koningen 19: 19-21
19 Elia ging weg van de Horeb. Toen hij Elisa, de zoon van Safat, aantrof was deze aan het ploegen. Ze waren aan het werk met twaalf span ossen; Elisa liep achter het twaalfde span. Elia liep op hem af en gooide zijn mantel over hem heen.  20 Meteen liet Elisa zijn ossen in de steek en rende achter Elia aan. ‘Laat mij afscheid nemen van mijn vader en moeder,’ zei hij, ‘dan zal ik met u meegaan.’ ‘Doe wat je wilt,’ zei Elia. ‘Ik dwing je nergens toe.’  21 Elisa ging terug, slachtte zijn ossen, braadde het vlees op het hout van hun juk en bood het zijn knechten aan. Daarna ging hij met Elia mee als zijn dienaar.

Lukas 9: 57-62
57 Terwijl ze hun weg vervolgden, zei iemand tegen hem: ‘Ik zal u volgen waarheen u ook gaat.’  58 Jezus zei tegen hem: ‘De vossen hebben holen en de vogels hebben nesten, maar de Mensenzoon kan zijn hoofd nergens te ruste leggen.’  59 Tegen een ander zei hij: ‘Volg mij!’ Maar deze zei: ‘Heer, sta me toe eerst terug te gaan om mijn vader te begraven.’  60 Jezus zei tegen hem: ‘Laat de doden hun doden begraven, maar ga jij op weg om het koninkrijk van God te verkondigen.’  61 Weer een ander zei: ‘Ik zal u volgen, Heer, maar sta me toe dat ik eerst afscheid neem van mijn huisgenoten.’  62 Jezus zei tegen hem: ‘Wie de hand aan de ploeg slaat en achterom blijft kijken, is niet geschikt voor het koninkrijk van God.’

Zomaar een paar frappante overeenkomsten, die laten zien dat Jezus waarschijnlijk het verhaal van Elia en Elisa in gedachten had toen Hij zijn woorden sprak.

Die woorden zijn trouwens niet gemakkelijk.
Wat ik lastig vind:

– Jezus probeert iemand die vol vuur is om Hem te volgen, te ontmoedigen (vers 57/58)
– Jezus nodigt juist iemand uit Hem te volgen, die bedenking na bedenking uit (vers 59/60)
dat lijkt tegengesteld, en niet zo wijs.
En dan komt de derde persoon (vers 61).
Opvallend is dat die van de beide andere personen iets in zich verenigt: Hij wil volgen (evenals ”persoon 1”), maar heeft tegelijk zijn voorwaarde (eerst afscheid nemen, evenals ”persoon 2”).
Tegen hem wordt dan die zin over de ploeg gezegd.

Uit de antwoorden van Jezus blijkt, dat Hij een ander standpunt inneemt dan Elia. Van Elia mocht Elisa wél eerst nog afscheid nemen, en dán pas Elia gaan volgen.
Maar van Jezus mag dit niet, als het gaat over zijn (kandidaat)leerlingen.

Wat zou daar de reden van zijn?

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s