Zondag 14 april 2013 Lukas 24: 35-48

DSCN3714

Wat een heerlijke vis was dat op mijn bord, vorig jaar in Galilea!

Ik heb het plaatje erbij gehaald, omdat we ook van Jezus lezen dat hij vis at, bij de verschijning aan zijn discipelen.

Wat was er aan de hand?
Ze konden van VREUGDE niet geloven dat Jezus was opgestaan! (vers 41)
Hier blijven mijn gedachten bij hangen:
Wat raar: blijkbaar is niet alleen verdriet een mogelijk obstakel om te geloven dat Jezus is opgestaan, maar kan vreugde dat ook zijn.
Blijkbaar gaat ook bij vreugde het hart zo aan de haal met de mens, dat er in ieder geval een stukje nuchterheid bij moet komen, om te komen bij waar het Jezus om te doen is.

Daar lijkt Jezus in ieder geval op aan te werken, op een stuk nuchterheid:
Hij brengt de discipelen ”down to earth”:
”Geef me eens wat vis te eten”.
Kortom, door gewoon, net als vroeger, wat vis te eten, brengt hij de harten van de discipelen waar ze zijn moeten:
Jezus is er weer ”gewoon”.
”We gaan even eten”. Er is niets alledaagser dan dat.
Zo brengt Jezus zijn discipelen weer met de voeten op de grond.

En van daaruit mogen ze verder, daar gaat het Jezus blijkbaar om bij geloven:
niet om een ekstatische vreugde om de werkelijkheid dat Hij is opgestaan,
maar om een ópdracht uiteindelijk.

Een opdracht waar je met je verstand mee aan het werk mag.

Want Jezus opent hun verstánd, staat er nog eens nadrukkelijk bij.
Hij brengt de emotie van de vreugde een beetje tot rust,
en opent het verstánd.

Daar gaat het blijkbaar om, ook in de kerk:
niet alles inzetten op ”het gevoel”, maar niet te vergeten ook ”het verstand”.
Om de Bijbel te begrijpen (vers 44) en daarmee aan het werk te gaan bij waar het om gaat: verkondiging.
Op verstandige wijze verkondigen dat door Jezus’ opstanding OMKEER mogelijk is.

Dat is waar Jezus heen wil:
”in Christus’ naam moet bekering gepredikt worden tot vergeving van zonden aan alle volken”. (vers 47)

Je mag je altijd omkeren, naar God toe!
Dat is de boodschap die de discipelen, en wij mogen brengen.

En ja, daar word je ook heus wel weer blij van… dácht ik 🙂

Lukas 24: 35-48
35 De twee leerlingen vertelden wat er onderweg gebeurd was en hoe hij zich aan hen kenbaar had gemaakt door het breken van het brood.

36 Terwijl ze nog aan het vertellen waren, kwam Jezus zelf in hun midden staan en zei: ‘Vrede zij met jullie.’ 37 Verbijsterd en door angst overmand, meenden ze een geestverschijning te zien. 38 Maar hij zei tegen hen: ‘Waarom zijn jullie zo ontzet en waarom zijn jullie ten prooi aan twijfel? 39 Kijk naar mijn handen en voeten, ik ben het zelf! Raak me aan en kijk goed, want een geest heeft geen vlees en beenderen zoals jullie zien dat ik heb.’ 40 Daarna toonde hij hun zijn handen en zijn voeten. 41 Omdat ze het van vreugde nog niet konden geloven en stomverbaasd waren, vroeg hij hun: ‘Hebben jullie hier iets te eten?’ 42 Ze gaven hem een stuk geroosterde vis. 43 Hij nam het aan en at het voor hun ogen op. 44 Hij zei tegen hen: ‘Toen ik nog bij jullie was, heb ik tegen jullie gezegd dat alles wat in de Wet van Mozes, bij de Profeten en in de Psalmen over mij geschreven staat in vervulling moest gaan.’ 45 Daarop maakte hij hun verstand ontvankelijk voor het begrijpen van de Schriften. 46 Hij zei tegen hen: ‘Er staat geschreven dat de messias zal lijden en sterven, maar dat hij op de derde dag zal opstaan uit de dood, 47-48 en dat in zijn naam alle volken opgeroepen zullen worden om tot inkeer te komen, opdat hun zonden worden vergeven. Jullie zullen hiervan getuigenis afleggen, te beginnen in Jeruzalem. 48

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s