Bezoek aan kringloopwinkel leidt tot nieuw inzicht bij Babel en Pinksteren

Soms lopen dingen bijzonder. Op eerste Pinksterdag hoop ik in Ommen voor te gaan.
De preek is al voorbereid, en gaat over de lezingen: o.a. Genesis 11:1-9 (de toren van Babel) en Handelingen 2 (het Pinksterverhaal)

Vandaag bezocht ik ook een kringloop in Ommen. En daar kocht ik voor € 1,40 (het is toch…) een prachtig monumentaal boek, over De godsdiensten der wereld (Prof.dr. G. van der Leeuw, red. Prof.dr. C.J. Bleeker; 3e druk uit 1940).

Vanavond verdiepte ik me erin, en werd er in meegetrokken. Het boek beschrijft op prachtige wijze de oude Mesopotamische culturen waarin Israël destijds was ingebed en uit is ontstaan.

Voor een ander is het misschien allang bekend, maar voor mij kwamen er ineens nieuwe dingen aan het licht, die mij, toen ik het boek naast andere literatuur uit mijn kast legde, nieuw zicht gaven op het verhaal van Babel en Pinksteren.
Ik zal het kort samenvatten.

  • De Mesopotamische steden van destijds bestonden niet zozeer uit woonwijken, maar vooral uit godsdienstige gebouwen, welke ommuurd waren. De mensen woonden zelf om zo’n stad heen.
  • Binnen een dergelijke ommuring stond een ‘ziggurat’, een heilige toren, die van onderen breed is en van boven smal. Hier kunt u een weergave zien van zo’n ziggurat.
  • Het idee van zo’n heilige toren was: via zo’n toren kon de godheid vanuit de hemel naar de aarde afdalen.
    Zo’n ziggurat was dan ook heilig gebied, verboden voor de mens en enkel toegankelijk voor de priester.
    Op de top (letterlijk: ‘het hoofd‘) van zo’n toren stond een woning, die voor de godheid van alle gemakken voorzien was. Daar diende de priester voor te zorgen. Vanuit die woning kon de godheid dan verder afdalen naar de aarde, om de mensen te helpen en te zegenen.
  • Als je deze dingen op je in laat werken, komt er gelijk veel samen. We moeten bedenken dat het boek Genesis (waar het verhaal van de toren van Babel in staat) in z’n definitieve vorm geschreven is toen de Israëlieten in Babel waren, tijdens de ballingschap. Net als veel andere verhalen uit Genesis, ademt ook dit verhaal die sfeer van de godsdienstige omgeving van het oude Babel. Denk aan bijvoorbeeld vers 4, waar de mensen zeggen:

    Laten wij voor ons een stad bouwen
    en een toren met zijn hoofd in de hemel.


    Wat de mensen hier plannen is tot nu toe heel ‘gewoon’. Zo gebeurde het veel in Babel: het werken aan een ziggurat, een verbinding tussen hemel en aarde. Het ‘bereiden van een weg’, waarlangs de godheid tot de mens kon komen, afdalend via de ziggurat.
  • Waar het probleem echter begint is, dat de mensen voor zichzelf een ‘naam‘ willen maken. Buiten de godheid om.
    Daar knijpt het. Want als het doel van het leven ‘van God los’ wordt geformuleerd, kan het al snel misgaan.
  • God de HERE (want de godheid blijkt de heilige God van Israël te zijn, hier -als enige van allen aangeduid met een naam! – zijn verbondsnaam, ‘Ik ben die Ik ben!) daalt af. Hij gebruikt die ziggurat.
    Het woordgebruik van ‘afdalen‘ past prachtig bij het beeld van de functie van zo’n toren.
  • Hij verwart de spraak van de mensen. Doordat het misloopt in de communicatie, verliest het gezamenlijk verkeerde streven van de mensen zijn kracht. Net zoals elkaar aanstekende raddraaiers in een schoolklas uit elkaar kunnen worden gezet.

Tegen deze achtergrond moet je het Pinksterverhaal uit Handelingen 2 nog eens lezen.
Ik loop een paar punten bij langs:

  • De leerlingen van Jezus zijn ‘allen bijeen‘. Net als de mensen in Babel, die samen wilden zijn.
    De mensen in Babel werden verstrooid naar alle landen.
    Hier zijn de mensen uit vele landen weer samengekomen.
    Niet in Babel, maar in Jeruzalem (ook volgens het boek Openbaring zal Babel het niet halen, maar zal daarentegen Jeruzalem de plek zijn waar alle volken samen bij God mogen komen).
  • Vanuit de hemel klinkt het geluid als van een geweldige windvlaag (vers 2). En vervolgens daalt de heilige Geest van God neer (zo is de traditie het althans gaan noemen, het woord neerdalen staat niet in de bijbeltekst, maar het komt er wel op neer: een beweging vanuit de hemel, net als bij zo’n ziggurat).
  • Tongen van vuur zetten zich op ieder van hen. (vers 3)
    In de traditie zijn de tongen van vuur op de hoofden van de discipelen weergegeven, ook al staat dat woord hier niet letterlijk in de tekst. Maar de zinsnede ‘op hen’ suggereert dat natuurlijk wel, dat het vuur op hun hoofd was. Het woordje hoofd doet dan ook weer denken aan het hoofd (de top) van de ziggurat, die het contactpunt vormde met de hemel. Daar kon de godheid zijn intrek nemen in die opperste kamer, en verder afdalen naar de mensen.

    Of het heilige vuur Gods nu wel of niet op het hoofd van de discipelen was, de betekenis is duidelijk. Het is in ieder geval ‘op hen’.
    Je kunt dus zeggen dat vanaf nu de mens zélf direct bereikbaar voor God is geworden! Een rechtstreeks contactpunt. Denk er nogmaals aan dat zo’n ziggurat een heiligdom was.
    Kunnen we hier misschien ook Paulus’ gedachte naast leggen, wanneer hij zegt dat het menselijk lichaam ‘een tempel van de heilige Geest‘ is? (1 Korinthe 6:19)
  • Terug naar Handelingen 2. Ditmaal vindt er geen spraakverwarring plaats, maar herkennen de mensen allemaal (uit al die volken) wat Petrus zegt, ieder in zijn of haar eigen taal! Ze voelen zich weer verbonden over taalgrenzen heen!
  • Waaruit bestaat die herkenning, die hen weer verbindt?
    Uit dit:

    zij horen -allemaal in hun eigen taal- Petrus over de grote daden Gods spreken (vers 11).

    Met andere woorden: zij zijn hier niet bezig om zélf naam te maken (zoals in Babel),
    maar horen over Gód, en wat Hij voor hen doet!
  • Daarover gaat dan ook Petrus’ verdere Pinksterpreek.
    Daarin klinkt het telkens duidelijk door, dat het om Góds Naam gaat:

    Wie zal aanroepen de naam van de Heer, zal worden gered! (vers 21)

    Een ieder van u late zich dopen in de naam van Jezus Christus,
    tot vergeving van zonden
    . (vers 38)

    Dat is volgens mij de kern van de verbinding tussen het verhaal van Babel en van Pinksteren:
    in Gods Naam en in die van Jezus ligt voor ons mensen de vastheid, de redding.
    Niet zélf naam willen maken, maar vertrouwen op Góds naam.
    En dan komt het goed.

    En: weten dat je ook zelf zo’n ziggurat mag zijn: een verbinding tussen hemel en aarde.
    Je lichaam en leven een tempel van de heilige Geest.
    Ook door ons heen wil God werken.

    Afsluitend: ik ga de preek niet meer omwerken. Daarvoor is het mij nu wat te laat.
    Bovendien wordt de kern van de preek er niet anders door, die kwam al goed overeen met wat ik hier heb geschreven.
    Maar… het ‘boek uit Ommen‘ zorgt er wel voor dat de ‘preek in Ommen‘ meer inspiratie heeft gekregen!

    En misschien was dit voor u ook wel aardig om te lezen.

4 thoughts on “Bezoek aan kringloopwinkel leidt tot nieuw inzicht bij Babel en Pinksteren

  1. Prachtig Bart, wat ben je gezegend dat je je hoofd en hart mocht laten vullen via zo’n monumentaal boek.
    En natuurlijk je ervaring en inzicht met ons delen.
    Zo is de cirkel weer rond, want samen loven we God.
    Krachtige kringloop!

    Gezegend Pinksterfeest 🙏

  2. Bijzonder, Bart!:

    – niet je eigen naam groot maken, maar gericht zijn op een leven waarin de Naam van God en van Jezus het hart is.

    In de dienst van vanmorgen in Tricht, waarin ds. Dick de Jong, voormalig ziekenhuispredikant, voorging, klonken dezelfde accenten.

    Wat kan een “toevallig” bezoek aan een kringloopwinkel inspiratie opleveren!

    Hartelijke groet,

    Vader.

    P.s.: En dank voor je reeks plattegronden van Jeruzalem, waaruit geschiedenis spreekt.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s