Zondag 2 april 2017 | Johannes 8: 51 en 55

templemenorahJezus, de bewaarder van Gods Woord

Zondag staan we stil bij een discussie tussen een aantal Schriftgeleerden en Farizeeërs en Jezus.
Het is een niet gemakkelijk te volgen gesprek, waarin wederzijdse argumenten en spitsvondigheden elkaar afwisselen.
Duidelijk in heel het verloop van het gesprek is, dat Jezus gaandeweg duidelijk maakt dat zijn identiteit en missie een zeer bijzondere (om niet te zeggen unieke) is.
Dat geeft – zoals te verwachten is, overal waar mensen aanspraak maken op een unieke positie – stof tot kritiek en polemiek.

Wat beweert Jezus onder andere?
In vers 55 zegt Hij:

– te weten wie God is
– diens Woord te bewaren

Op dat laatste wil ik focussen:

Jezus, de bewaarder van Gods Woord.

In het Grieks staat er een woordje, dat verwijst naar Gods scheppende Woord:

”Er zij licht!” (Genesis 1)

En: er wás licht.

In het begin van zijn evangelie verwijst Johannes ook al naar de schepping, waar God zijn Woord sprak:

”In den beginne was het Woord” (Johannes 1:1)

en even verderop zegt Johannes (als inhoud en resultaat van dat Woord):

”het licht schijnt in de duisternis,
en de duisternis heeft het niet gegrepen!
” (Johannes 1:5)

Kortom, wat Jezus hier eigenlijk zegt, is dat Hij Gods Woord oftewel Licht bewaart.

Het licht, dat zo aangevochten is door het donker van de boze
(en vaak ook door ons mensen, denk aan het verhaal van de zondeval).

Jezus bewaart het!

Het Griekse woordje voor ”bewaren” heeft tegelijk een heel aktieve klank.
Niet in de zin van: in een laatje stoppen, maar juist van:
áktief bewaken.
Ervoor zorgen dat het tot zijn recht komt, gezien wordt,
een centrale plaats krijgt.

Jezus heeft er zelfs zijn leven voor over gehad om dat Woord van God
dat vol is van licht en van liefde
te bewaren.
Juist door zijn dood, zo mogen we geloven, is dat geschied.
Zijn offer aan het kruis ís misschien wel het diepste Woord van God.
Om zijn Licht te bewaren en aan ons te kunnen blijven geven.

Ik denk aan het lied:

Wij danken U, o liefde groot,
dat Christus is gekomen
wij hebben in zijn stervensnood
uw diepste Woord vernomen.

En het lied zingt verder:

Nog klinkt dat Woord, het spreekt met macht
en het wordt overal volbracht
waar liefde wordt gegeven
wij uit uw liefde leven. (Lied 323: 4)

In dit laatste stukje worden ook wij ingeschakeld.

Ook in vers 51 roept Jezus de mensen op om zijn Woord te bewaren.

Dus de volgorde is:

– Jezus bewaart Gods Woord/Licht.
– En wij, op onze beurt, mogen eveneens zijn Woord/Licht bewaren.

Dat zal goed voor ons zijn: wij zullen van de dood gered worden (vers 51).
Immers, het Licht schijnt in de duisternis, en is machtiger!

Tot slot: wat bedoelt Jezus nu met ‘mijn Woord’ (bewaren).
Is dat een ander Woord dan dat van God?
Duidelijk is dat dat niet het geval is: Jezus is immers de bewáárder (en niet de verdraaier) van Gods Woord/Licht.
Jezus is er zelfs de belichaming van, zo zagen we reeds.
Iets wat Hij een paar verzen eerder al uitsprak:

Ik ben het Licht der wereld. (Johannes 8: 12)

En ook hier de belofte:

Wie Mij volgt zal niet wandelen in het duister
maar het licht des levens hebben.

Daar komt het op aan:

– Vertrouwen dat Gods Woord Licht betekent
– Vertrouwen dat Jezus dat Woord belichaamt
– Vertrouwen dat Jezus, als het Woord/Licht van God ons Leven is
en dat het Licht brengt, ook als het door ons toedoen of door omstandigheden donker is
geworden
– Vertrouwen dat het goed is om ook zelf dat Woord te bewaren.
Eveneens: aktief.
Door het te dóen!
Leven uit en voor het Licht.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s