‘’t Is hier fantastisch!’’
Deze woorden vallen op menig vakantiekaart te lezen. Wie op vakantie gaat, vindt het immers leuk om het thuisfront te laten weten waar je zit en hoe je het hebt. Een fijne vakantie: dat deel je graag, via een kaartje, af en toe een telefoontje of de social media.
Ook Paulus was iemand die graag iets moois deelde. Zo stuurde hij ooit een brief aan de gemeente in Efeze, die bewaard is gebleven en in onze Bijbel terecht is gekomen. De aanleiding voor deze brief was overigens niet een vakantie. Het was eerder tegengesteld: Paulus zat gevangen. Niet echt ‘fantastisch’ dus.
Tegelijk valt op dat Paulus wel degelijk iets kostbaars te delen heeft. Zijn brief staat er vol van. Ik haal er slechts één vers uit, waar ik met u bij wil stilstaan. Ook al is het een enkel vers, het is veelzeggend genoeg. Het betreft Efeze 2:10:
Want zijn maaksel zijn wij,
in Christus Jezus geschapen
voor goede werken,
die God heeft voorbereid
opdat wij daarin zullen wandelen.
Wat Paulus hier zegt is dat wij Gods schepselen zijn. Op zich bevat deze gedachte voor de meesten van ons weinig nieuws, vermoed ik. Wat Paulus er echter aan toevoegt, geeft echter al wat meer stof tot overdenking: dat wij geschapen zijn met een bepaald doel. Hij zegt: in Christus Jezus zijn wij geschapen voor goede werken.
Nu ga je met dit zinnetje snel de mist in. Doeners als wij mensen nu eenmaal zijn, trekken we waarschijnlijk snel de conclusie dat wij mensen bedoeld zijn om goede werken te doen. En je gaat nadenken: ‘wat voor goede werken moet ik doen? Doe ik er wel genoeg? Kan ik er niet nog een paar verzinnen?’ Voor je het weet komt er een heel proces in werking, waarin je zelf ineens van alles moet: goede werken doen. Er wordt je een soort dwang opgelegd. Niet zo ‘fantastisch’!
Laten we daarom nog eens goed naar Paulus luisteren. Wat zegt hij nu werkelijk? We lezen: ‘we zijn geschapen voor goede werken’. Dat is iets anders dan: ‘we moeten zelf goede werken doen’. Het is veeleer alsof die goede werken er allang zijn, en wij op aarde zijn om er van te genieten! En ja, wie zo de tekst verder leest, die ziet dat het inderdaad dáár om gaat. Luister maar wat er verder staat. Die goede werken, zo zegt Paulus, heeft Gód voorbereid. Het is dus niet zo dat wij ze helemaal zelf in ons eentje moeten maken. Nee, Gód heeft ze voorbereid. Het is net als met cake, waarvan het beslag al is voorbereid. Je hoeft hem alleen nog maar in de oven te zetten, en het komt allemaal goed. Net zo is het met de goede werken. God heeft ze voorbereid. En wij? Wij hoeven het enkel maar een plekje te geven in ons leven (net zoals het beslag een plekje kreeg in de oven). De Bijbel gebruikt hiervoor het woordje ‘wandelen’.
Kuieren
Bij het woordje ‘wandelen’ denk ik altijd aan het prachtige versje van Toon Hermans: ‘Kuieren – het verticale luieren, met de handjes op de rug’. Kuieren – wandelen. Het is een vorm van luieren: handen op de rug (en niet uit de mouwen!). Dat woord wordt hier in de Bijbel bewust gebruikt. Wij mogen wandelen, in alle rust genieten, om ons heen kijken, en het mooie dat er om ons heen te zien is, in ons opnemen. In de zomer valt er veel moois te zien. We sturen elkaar kaarten of beelden met mooie foto’s: ‘’t is hier fantastisch!’’. Maar heb je de goede werken van God ook al eens gezien? Het goede dat er om je heen is, waar je zijn hand in mag zien? En boven alles de genade en liefde van de Here Jezus? Want dat staat ook in Paulus’ woorden: ‘in Christus Jezus’ zijn wij geschapen voor die goede werken. Dat goede dat er van Godswege is, heeft blijkbaar alles te maken met de Here Jezus. En wat Hij voor ons gedaan heeft. Zijn liefde en genade, zijn sterven en opstaan voor ons. Het getuigt ervan: Hij houdt onvoorwaardelijk van je. Dat hoef je niet eerst met allerlei goede werken te verdienen. Het ís er al! En daar ben je nu voor geschapen, zegt Paulus. In Jezus ben je er om te genieten van al dat goede dat God jou als mens heeft gegeven. Het leven met Hem.
En ja, natuurlijk, wie daar oog voor heeft, wie al kuierend zo Gods goedheid in zijn leven ervaart: die gaat als vanzelf daar ook zelf iets van uitstralen. Net zoals diegene die enthousiast zijn vakantiekaart stuurt, en zo het thuisfront laat delen van het moois dat er te zien is. Net zo kan het gaan bij de gelovige: de goede werken komen als vanzelf. Ze ‘’moeten’’ niet van ons uit ontstaan. Gelukkig niet! Gód heeft ze voorbereid. En wie daar oog voor heeft, neemt het als vanzelf in zich op. Al wandelend ziet je hoe fantastisch het is, wat God in Christus allemaal voor ons heeft gedaan. En vroeg of laat ga je die liefde als vanzelf uitstralen. Dat gebeurt gewoon.
Dat is de fantastische boodschap die Paulus met ons deelt. Denk er maar aan, als je in de vakantie een kaartje stuurt of krijgt. De mooie beelden op de vakantiekaarten doen ons denken aan God die zijn goede werken heeft voorbereid, opdat wij er in zouden wandelen, er van zouden genieten. En zo gaandeweg de mens mogen worden, zoals we bedoeld zijn. De goede werken van God, die wij met anderen mogen delen. Dankzij Christus!
Ik wens u en jou een goede vakantieperiode toe.
Ds. G.A. Trouwborst