Zondag 30 november 2014 Markus 13: 32-37

templemenorah
Zondag begint de Adventsperiode. Het woord Advent betekent ‘komst’.
Daarbij denken we aan Jezus’ komst op aarde, toen Hij in de stal geboren werd.
Tegelijk denken we bij Advent ook aan de terugkomst van Jezus op aarde (die nog te verwachten is).
Daarover gaat het stukje dat we zondag lezen.
Ik geef eerst de tekst en dan enkele gedachten erbij.

Markus 13:32-37

32
maar over die dag en dat uur
weet niemand iets,
ook de engelen in de hemel niet
en ook de Zoon niet,-
alleen de Vader;

33
kijkt goed, vecht tegen de slaap,-
want ge weet niet
wanneer de tijd daar is!-

34
het is als met een mens die op reis gaat:
hij laat zijn huis achter,
geeft zijn dienaren de volmacht,
aan ieder zijn werk
en de deurwachter gebiedt hij
om wakker te zijn;

35
blijft dan wakker,
want ge weet niet
wanneer de heer des huizes komt,
laat, middernacht, bij het hanengekraai
of in de morgen,-

36
opdat hij, als hij plotseling komt,
u niet slapende zal vinden;

37
en wat ik tot u zeg,
zeg ik tot allen: blijft wakker!

Enkele gedachten

Wat mij direct opvalt in dit stukje is dat er wel vijfmaal zoiets staat als:
‘niet slapen’, of:
‘wakker blijven’.

Het punt is dus duidelijk: Jezus wil ons alert hebben.
Alert voor als Hij terugkomt op aarde.
Dan moeten we niet liggen te suffen.
Het zou wat zijn: stel je voor: onlangs kwam koning Willem-Alexander naar Dalfsen,
en er zou geen welkomstcomité zijn geweest!

In het verhaal dat Jezus vertelt is er sprake van een deurwachter.
Zijn heer was op reis gegaan, maar de deurwachter moest alert blijven, voor als zijn heer terugkwam.
Logisch, zou je zeggen.
Niet meer dan normaal – het zou wat zijn als de heer terugkwam en er was geen passende ontvangst.
Geen warm welkom, geef koffie.
Dat zou van weinig respect getuigen.

Begrijpelijk dat de deurwachter alert moest zijn.
Maar nu komt er iets vreemds:
hij mocht ook niet slapen.
Dat is raar.

Om goed te begrijpen wat er aan de hand is moet je het volgende weten.
In de tijd van Jezus werden er van de avond tot de ochtend 4 tijdsperiodes onderscheiden:
– laat (de avond)
– middernacht (na twaalf uur)
– bij het hanengekraai (tja, dat kan ’s zomers al erg vroeg zijn, onze eigen hanen kennend…)
– in de morgen

Bij de middelste twee (middernacht en het hanengekraai) waren mensen absoluut nooit onderweg.
Er werd immers enkel bij daglicht gereisd, straatverlichting was toen onbekend.
Hetwas dus absoluut uitgesloten dat een reiziger middernacht of bij het hanengekraai bij je aankwam.
Hooguit kon je hem ’s avonds bij daglicht nog verwachten.

Maar nu mag die deurwachter absoluut niet slapen, zegt Jezus.
Want het kon wel eens zo zijn, dat de heer (die symbool staat voor Jezus) ook om middernacht of bij het hanengekraai terug zou komen.
Met andere woorden: dat Hij terugkomt als wij denken dat het niet meer kan.
Dat het té donker is.
Ook in onze tijd denken we dat misschien wel eens: zó donker, dat Jezus er niets meer mee kan.
Ik vind het daarom enorm hoopgevend dat Jezus laat doorschemeren (om maar eens een toepasselijk woord te gebruiken) dat Hij ook kan komen als het aardedonker is.
Zei David het al niet: ”voor U is de nacht licht als de dag” (Psalm 139)?

Daarom moest die deurwachter wakker blijven!

En ook is het de oproep aan ons: blijf alert, blijf wakker.
Blijf geloven dat Hij in elke situatie kan komen!
Ook al is het nog zo donker, val niet in slaap, verlies de moed niet:
Hij kan zijn Licht brengen!

Hierbij denk je aan Kerst, aan de Kerstnacht – waarin Hij kwam:

Midden in de winternacht, ging de hemel open‘, zingt het Kerstlied.

Was het toevallig, dat de engel verscheen aan herders – die in de nacht wáákten over hun kudde?
Zij vormden toen het welkomstcomité, zij gingen de Heer hulde bewijzen.

En wij – waar zijn wij eigenlijk als Hij terugkomt?
Wakend of slapend?
Want tegelijk is het bijzondere dat Jezus deze woorden spreekt in de Stille Week,
enkele dagen voor zijn eigen dood aan het kruis.
Er klinken dingen in door die nog geen dag later zouden gebeuren:
”wakker blijven!” – de discipelen vielen stuk voor stuk in slaap toen Jezus zijn gebedsstrijd streed in Gethsemane.
”het hanengekraai” – Petrus verloochende Hem driemaal…
Wij mensen geven blijkbaar niet altijd thuis wanneer Jezus dit van ons verlangt.

Je kunt je daarom afvragen: hoe zit dat dan, hoe vergaat het degene die níet waakt?
Ik denk dat het heel belangrijk is om te zien dat, ondanks de trouweloosheid van zelfs zijn leerlingen,
Jezus tóch kwam.
Ook hier weer: op het alleronverwachtst, op die Paasmorgen.
Het leek niet donkerder te kunnen.
De dood van Jezus en hun gevoel Hem in de steek te hebben gelaten – het woog…
Maar, Hij kwám, stond in hun midden en sprak: vrede met jullie!
En Petrus mocht ook de kudde weer gaan hoeden.

Het is toepasselijk en bemoedigend om de Kerstperiode zo met Goede Vrijdag en Pasen te beginnen:
Het is toepasselijk om juist zondag het Avondmaal te vieren.
Dan klinken de woorden: ”wij gedenken de dood des Heren – totdat Hij komt!”.

Hij stierf voor óns.
Hij komt terug voor óns.
Als je dát beseft, dan ben je toch wakker!

Hoe dan ook, ik hoop dat dit verhaal ons inspireert om wakker te zijn en te blijven.
Om te allen tijde de moed niet te verliezen.
En boven alles: de liefde niet kwijt te raken.
Om net als de herders: te waken over Gods kudde.
Te zorgen voor zijn mensen.

Want: ís Jezus al niet onder ons?
Als je iets goeds gedaan hebt aan de minste van de mensen, heb je het aan Mij gedaan, zegt Jezus.
Natuurlijk, Hij is er enerzijds nu niet, en zal onder bazuingeschal eens triomfantelijk terugkeren.
Maar anderzijds is Hij ook nooit helemaal weggeweest. Onder ons in de minste der mensen.

Niet voor niets zegt Hij in dit verhaal, dat iedereen zijn taak kreeg om te doen, van de heer die tijdelijk vertrok.
God geeft ook ons onze taak, om de naaste te dienen.
Wanneer we dat doen, doen we het ten diepste aan Hemzelf.
Het is trouwens het beste recept om bij de les, wakker te blijven.

Daarom: blijf trouw in je werk voor God en je medemens,
en je zult klaar zijn voor Jezus’ terugkomst.
Je bent dan precies met het goede ding bezig:
want zo wil Hij graag ontvangen worden: te zien dat mensen elkaar goed doen.

De apostel zei het ook: ”Wie de naaste liefheeft, heeft de wet vervuld.”

Laten wij goede, wakkere en liefdevolle deurwachters zijn.

De Heer verschijnt te middernacht!
Nu is nog alles stil
maar zalig hij die toch reeds wacht
en Hem begroeten wil.

Want ook als niemand naar Hem vraagt
noch in zijn dag gelooft
zijn komst wordt door geen macht vertraagd:
Hij heeft het zelf beloofd.

Wie waakt er als een trouwe knecht
zijn meester toegedaan
dat als de Heer komt om zijn recht
hij voor Hem kan bestaan?

Zijn onze lampen wel gereed
en branden ze wel goed,
zodat, als Christus binnentreedt,
Hij waardig wordt begroet?

De Heer verschijnt te middernacht
nu is nog alles stil…
zalig die toch geduldig wacht
en Hem begroeten wil.  (Lied 751)

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s