Deze week staan we stil bij een spannend tweegesprek tussen Abraham en de Here God.
Dit verhaal sluit direkt aan bij het verhaal van vorige week (het bezoek van de drie ‘mannen’ aan Abraham).
Hier komt eerst de tekst:
16 |
De mannen staan vandaar op |
|
17 |
Toen heeft de Ene gezegd: |
|
18 |
Abraham |
|
19 |
want ik weet van hem, |
|
20 |
Dan zegt de Ene: |
|
21 |
dat ik wil neerdalen en zien: |
|
22 |
De mannen wenden zich af van daar |
|
23 |
Abraham treedt nader en zegt: |
|
24 |
misschien is er een vijftigtal rechtvaardigen |
|
25 |
het vloekt toch bij u |
|
26 |
Dan zegt de Ene: |
|
27 |
Abraham antwoordt en zegt: |
|
28 |
misschien ontbreken er |
|
29 |
Hij gaat nog verder met spreken tot hem |
|
30 |
Hij zegt: laat het toch niet |
|
31 |
Hij zegt: |
|
32 |
Dan zegt hij: laat het toch niet |
|
33 |
Dan gaat hij weg, de Ene, |
Enkele gedachten bij de tekst:
1. De grote zonde van Sodom was: het niet gastvrij zijn tegenover wie gastvrijheid nodig heeft.
Dit lees je terug in bijv. Ezechiël 16: 49,50:
Zie, dit was
de ongerechtigheid van je zuster Sodom:
trots omdat er brood zat was
en tevredenheid over het kalme leven
was het bij haar en haar dochters,
de hand van een gebogene of arme
pakte ze nooit vast;
ze bleven daar op veilige hoogte
en deden daarmee iets gruwelijks
voor mijn aanschijn;
dus deed Ik hen weg.
Duidelijke woorden, die ook ons en onze samenleving scherp in de spiegel laten kijken.
Leven wij ook ‘kalm en tevreden’ (niks mis mee) zonder ons te bekommeren om de naaste
als die het moeilijk heeft? (wel wat mis mee).
Blijven we op veilige hoogte (gruwelijk voor God)
of gaan we op de nood in? (zoals ook Hij in Christus tot op het kruis is afgedaald)
Dat het om een gebrek aan gastvrijheid draaide bij Sodom en Gomorra, laat ook Jezus zien.
In Matteus 10:14 schetst hij de mogelijkheid dat de discipelen in sommige huizen niet gastvrij ontvangen zullen worden. En dan klinkt het:
”Het zal voor Sodom en Gomorra draaglijker zijn op de oordeelsdag dan voor die stad”.
Trouwens, de tegenstelling gastvrijheid-ongastvrijheid in het boek Genesis laat dit ook zien:
zojuist ging het over de gastvrijheid van Abraham, en nu zullen de engelen de ongastvrije steden Sodom en Gomorra gaan bezoeken om te zien of het waar is wat er aan de hand is:
God heeft namelijk ”geschreeuw” uit de stad gehoord.
Letterlijk staat er: ”haar geschreeuw” (in het enkelvoud).
Joodse uitleggers vermoeden dat er blijkbaar een meisje/vrouw in de stad was die in de verdrukking zat,
en desondanks door niemand geholpen werd.
God wil weten of dit waar is. En áls dit waar is…
Het vervolg van het verhaal vertelt hoe twee van de engelen naar de steden gaan,
om de gastvrijheid te controleren.
En er is er maar één gastvrij: Lot (die de engelen gastvrij opneemt) – iets wat de stedelingen níet willen overigens.Het is geen toeval dat juist deze éne gastvrije mens gered wordt.
Dit alles even als achtergrond.
2. Abraham die wel weet ”hoe laat het is” in de steden waar zijn neef woont ”posteert zich voor God”.
Bijzonder, als je daarover doordenkt: Hij houdt niemand minder dan de Allerhoogste tegen.
Probeert Hem af te houden van zijn oordeel.
Abraham is bewogen met de steden, ook al hebben ze het nog zo bont gemaakt.
Hij pleit voor hen.
Gaat zelfs onderhandelen (het lijkt sterk op afdingen) bij God.
Blijkbaar mag (of: moet?) dat!
In de bres springen voor ”de wereld”.
Voorbede doen.
Joodse uitleggers waarderen in deze zin Abraham hoger dan Noach.
Toen God aan Noach zijn voornemen bekend maakte om de aarde te verdelgen,
ging Noach daar met geen woord tegenin,
maar bouwde slaafs de ark, die weliswaar zijn eigen behoud zou betekenen,
maar waarbuiten ieder ander mens de dood zou vinden.
Abraham echter gaat niet akkoord met Gods voornemen tot oordeel,
en bidt pleitend voor de steden en hun inwoners.
Het bijzondere hierbij is dat Abraham uitgaat van de kracht van rechtvaardige mensen temidden van een foute samenleving.
Blijkbaar is de kracht van het ”zoutende zout” zo gering nog niet!
Er hoeven er maar 10 te zijn die het goede zoeken, en God spaart een complete verdorven stad!
Over de kracht van het goede gesproken.
Sommigen waarderen dit snel af als een druppel op een gloeiende plaat die van geen enkele waarde is.
Maar hier leren we anders!
Het geeft ons wellicht inspiratie om met goede zin kerk te blijven, ook in een tijd waarin het allemaal terug lijkt te lopen met de kerk. We leren hier: we hoeven niet in grote aantallen te denken, maar juist aan de kracht van de enkelingen, de kleine groepjes, die blijkbaar veel goeds in Gods ogen uitwerken.
(zou dit trouwens niet de diepste reden zijn, dat Jezus elders zegt: ga niet het onkruid uittrekken, want anders verlies je ook het koren? – het goede dient behouden te worden)
(trouwens: uiteraard is het ook buiten de kerk mogelijk dat er aan rechtvaardigheid en gastvrijheid gewerkt wordt – Jezus laat die mogelijkheid nadrukkelijk open. Sodom en Gomorra zouden er nog wel eens genadiger af kunnen komen dan menig ”ingewijde in het geloof” die het desondanks vertikte om gastvrij naar de naaste te zijn).
Zo leert ons dit verhaal zuinig te zijn met het goede.
Om daar in te investeren.
En ook: om zielsdankbaar te zijn voor die Ene mens, die geheel rechtvaardig was, en terwille van wie de wereld zich gered mag weten.
Johannes schrijft zelfs over Jezus: ”Zijn rechtvaardigheid en voorspraak is genoeg voor de hele kosmos (letterlijk in het Grieks)”. (1 Joh.2:2)
Laten wij zo leven: ontspannen – wetend dat we gered zijn in Hem, en trachten rechtvaardig te leven in zijn voetspoor,
en bidden voor onze wereld.
Het gebed van een rechtvaardige vermag veel!
Zie Abraham.
En: laten we de gastvrijheid niet vergeten, want zonder het te weten hebben sommigen engelen geherbergd. (Hebr.13:2). (zie Abraham, zie Lot)