Pinksterzondag 8 juni 2014 Handelingen 2: 1-13

Zondag lezen we het Pinksterevangelie uit Handelingen.
Het verhaal begint met te vertellen dat al dit bijzonders geschiedde op de ”dag van Pinksteren”.
Dat lijkt een open deur, maar dat is het niet.
Om dit goed te begrijpen moet je weten dat het Pinksterfeest (Wekenfeest) al een oud bestaand Joods feest was, door de Here God zelf ingesteld op de 50e dag na Pesach (Pasen).

Exact óp dit feest koos God er dus voor om zijn Geest uit te storten.
Net zoals Hij exact óp het Joodse Pesachfeest Jezus opwekte uit de dood.

De opstanding van Jezus betekende een geweldige onderstreping en verdieping van de betekenis van het Pesachfeest (bevrijding uit Egypte werd vanaf nu gekoppeld aan: bevrijding uit de zonde en de dood).

Net zo betekent de uitstorting van de Heilige Geest een onderstreping en verdieping van de betekenis van het Wekenfeest (Pinksterfeest).
Wat werd er namelijk gevierd?

1. De oogst
2. De gave van de Tien Geboden op de Sinaï

Op beide zaken sluit het werk van de heilige Geest aan.

1. De oogst: De gave van de Heilige Geest is een vrucht van het werk van de Here Jezus. Bovendien spreekt het Nieuwe Testament regelmatig over ”de vruchten van de Geest”. Hij zorgt ervoor dat er ook in óns leven goede vruchten groeien en rijpen!

2. De Tien Geboden: net zoals God de Tien Geboden gaf aan Mozes, brengt de Geest ons Gods geboden te binnen.
Het vuur op de ‘hoofden’ van de discipelen verwijst hiernaar.
In Exodus lezen we immers hoe Gods vuur op de top (letterlijk staat er in het Hebreeuws: ”het hoofd”!) van de berg Sinaï was toen de geboden gegeven werden.
Zo laat het verhaal uit Handelingen ons zien: Gods Geest schrijft ons Gods geboden in het hart,
en leert ons er uit te leven.

Dit zijn zomaar wat gedachten die voortvloeien uit dat eerste zinnetje, dat het gebeurde ”op de dag van het Pinksterfeest”.

Handelingen 2: 1-13

Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.
In Jeruzalem woonden destijds vrome Joden, die afkomstig waren uit ieder volk op aarde. Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileeërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen? Parten, Meden en Elamieten, inwoners van Mesopotamië, Judea en Kappadocië, mensen uit Pontus en Asia, 10 Frygië en Pamfylië, Egypte en de omgeving van Cyrene in Libië, en ook Joden uit Rome die zich hier gevestigd hebben, 11 Joden en proselieten, mensen uit Kreta en Arabië – wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’ 12 Verbijsterd en geheel van hun stuk gebracht vroegen ze aan elkaar: ‘Wat heeft dit toch te betekenen?’ 13 Maar sommigen zeiden spottend: ‘Ze zullen wel dronken zijn.’
 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s