Zondag 29 juli 2012 Markus 6: 45-52

Jezus lopend over het water

Zondag lezen we het vervolg op de lezing van afgelopen keer:

45 Meteen daarna [na het verhaal van de 5 broden en 2 vissen, red.]
gelastte hij
zijn leerlingen in de boot te stappen
en alvast naar de overkant te varen, naar Betsaïda;
intussen zou hijzelf de menigte wegsturen.
46 Nadat hij afscheid van de mensen had genomen,
ging hij de berg op om er te bidden.
47 Bij het vallen van de avond
was de boot midden op het meer,
en hij was alleen aan land.
48 Toen hij zag
dat de leerlingen door de hevige tegenwind maar nauwelijks vooruitkwamen,
hoe hard ze ook roeiden,
liep hij tegen het einde van de nacht
over het meer naar hen toe,
en hij wilde hen voorbijlopen.
49 Toen ze hem over het water zagen lopen,
dachten ze dat hij een geestverschijning was
en ze schreeuwden het uit.
50 Ze hadden hem allemaal gezien
en raakten in paniek.
Maar hij sprak hen meteen aan
en zei:
‘Blijf kalm!
Ik ben het,
wees niet bang.’
51 Hij stapte bij hen in de boot
en de wind ging liggen.
Zijn leerlingen waren helemaal van hun stuk gebracht.
52 Ze waren niet tot inzicht gekomen door wat er met de broden was gebeurd,
omdat ze hardleers waren.

Wat mij opvalt
Kennelijk is de Herder niet altijd bij de kudde.
Nu lezen we dat Jezus zelf afscheid nam van de mensen, en hen wegzond.
Maar ze hebben wel genoeg ontvangen, ze zijn verzadigd van het brood!
Ze kunnen er dus tegen.
De Herder stuurt zijn schapen niet onverzorgd op pad.
Ook wij mogen na iedere zondag ons leven weer in, en worden aan het einde van de dienst bij de wegzending heengezonden, met de woorden:
”Gaat dan heen in vrede”, en:
“draag met u mee de zegen van de Here”
Je gaat niet met lege handen verder: de zegen!

Dan nog iets anders.
Mij valt op dat Jezus, als Hij iets ziet, iets gaat doen.
In het vorige verhaal zág Hij hoe de mensen waren als schapen zonder herder, en kwam hierdoor de broodvermenigvuldiging op gang.
Hier zíet Hij hoe de discipelen tobben op het meer (vers 48).
Op dat moment komt Hij naar hen toe.
Het is alleen nog niet zichtbaar/ervaarbaar voor de leerlingen.

Misschien is dat bij ons mensen ook wel zo: dat Jezus ziet welke zorgen er allemaal zijn, en dat dat Hem heel wat doet, en dat Hij onderweg is, maar dat we dat nog niet altijd goed (kunnen) zien, door het donker van de nacht.

Eén ding vind ik vreemd: dat ik lees dat Jezus hen voorbíj wilde gaan, ipv op hen af ging. (vers 48).

Wie heeft hier een idee van, wat dit kan betekenen?

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s